MATTHÄUS PASSION
Honderdjarig Stadsjongenskoor Oldenzaal al 31 jaar onverbrekelijk verbonden met
Matthäus Passion.
Door Alphons Weierink OLDENZAAL Bron: Tubantia
Twee dirigenten die met de rug naar elkaar toe staan en in dezelfde uitvoering twee verschillende koren de weg wij zen. Het is en blijft een bijzonder gezicht. Vrijdagavond is dit bijzondere tafereel weer te zien in de Oldenzaalse Plechelmusbasiliek waar voor het 31e achtereenvolgende jaar de Matthäus Passion wordt opgevoerd. Klaas Stok en Mariette Effing staan dan letter lijk met de rug naar elkaar toe. Stok vóór in de kerk bij het koor Consensus Vocalis en het begeleidende orkest Holland Baroque Society en Effing op het kruispunt in het midden van de kerk met het zicht op de hoge koorzolder. Zij dirigeert vanaf die ongewone plek ‘haar’ Stadsjongenskoor. In middels een heuse traditie, want dit koor is vanaf het begin destijds onder leiding van Boyke Brand betrokken
bij de Matthäus Passion in de Plechelmus.
Dit jaar zullen de schijnwerpers extra gericht zijn op de ongeveer 35 jongens van Mariette Effing, omdat het Stadsjongenskoor 100 jaar bestaat. Dat is reden voor het bestuur van de Stichting Twentse Matthäus Passion om het koor tijdens de uitvoering in het zonnetje te zetten. „Dat zullen we in de pauze moeten doen”, zegt voorzitter Albertjan Peters, „want daarna hoeven ze niet meer mee te doen en zijn ze verdwenen.” Peters vindt het eerbetoon op zijn plaats. „Want het Stadsjongens koor en de Matthäus zijn in Ol denzaal onverbrekelijk met elkaar verbonden.” De voorzitter constateert met genoegen dat het ‘heel bijzonder’ is dat Oldenzaal een dergelijk koor heeft. „En dat het ook kan mee doen op het niveau van de Oldenzaalse Matthäus. Want dat kan niet elk koor.
En of het nu in Oldenzaal is of tijdens de uitvoeringen in Enschede of Deventer, het koor staat zijn mannetje.” Albertjan Peters geeft Mariette Effing dirigente sinds 1998 daarvoor alle credits. „Zij doet geweldig werk met dit koor. En dat mag best eens gezegd worden. Haar betrokkenheid, haar enthousiasme en haar vakmanschap zijn de pijlers van het Stadsjongenskoor.” Hij steekt niet onder stoelen of banken blij te zijn met de participatie van het Stadsjongenskoor. „Dat geeft toch extra cachet aan de uitvoering. Er zijn bovendien in Nederland niet zo veel van dit soort
jongenskoren.”
Het Stadsjongenskoor vervult al 31 jaar een cruciale rol in de Matthäus Passion. En altijd vanaf de koorzolder achter in de kerk; dus ver verwijderd van het overige koor met zijn dirigent vóór in de kerk. Daarom zijn ook twee verschillende dirigenten nodig. Dat is in bijvoorbeeld Enschede niet het geval, daar staat het Stadsjongenskoor bij het andere koor en orkest. En daarmee binnen bereik van een dirigent. Peters weet dat beide dirigenten extra goed bij de les moeten zijn wanneer het Stadsjongenskoor meezingt. Dat is in totaal twee keer acht minuten en alleen vóór de pauze. Het Stadsjongenskoor zingt in het openingskoor een aparte koraalmelodie samen met Consensus Vocalis en in het laatste deel voor de pauze opnieuw een koraalmelodie, maar dan sa men met de sopranen.
„Dat moet allemaal synchroon lopen, zeker de gezamenlijke inzet. Dat vergt een goede afstemming. Mariette Effing moet Klaas Stok goed in de gaten houden. Maar dat is geen probleem.” Lachend: „Een nog grotere opgave voor haar is om de jongens tussen het zingen in meer dan een uur rustig te houden op de koorzolder.” Peters geniet al bij voorbaat van de inbreng van het Stadsjongens koor. „Dan krijgen we een soort stereo effect in de kerk. De koor zang gaat dan over de mensen heen, prachtig. Zo heeft Bach dat ook bedoeld, want in zijn tijd stonden alle koren op een verhoging in de kerk. ”Aan het Stadsjongenskoor zal het bij de twee opvoeringen van de Matthäus dit jaar niet liggen, weet Peters zeker. „Ik ben bij de repetitie geweest, het klinkt perfect.”
Ook over de overige rolbezetting klaagt Albertjan Peters niet. „We hebben weer een stel mooie solisten.” Nieuw in Oldenzaal is de Nederlandse sopraan Renate Arends; zij is behalve voor de Matthäus ook gecontracteerd voor het Weihnachtsoratorium in december. Erg blij is Peters met de ‘terugkeer’ van de altus Maar ten Engeltjes. „Hij is een paar jaar niet geweest, maar nu gelukkig weer wel. Engeltjes is natuurlijk wel internationale top.” Peters wil er maar mee zeggen dat Oldenzaal en Twente met de Matthäus Passion na meer dan 30 jaar ‘iets heel bijzonders’ in huis heeft „We realiseren ons dat niet altijd, maar het is natuurlijk wel zo. We moeten daar trots op zijn en dit koesteren.” Hij stelt vast dat het zaak is om het niveau ook de komende jaren vast te houden. De artistieke commissie van de Stichting Matthäus Passion heeft daarvoor ideeën genoeg. Een van de uitdagingen is om te zien of het mogelijk is ooit een Matthäus Passion in het Twents c.q. Neder saksisch uit te voeren. „Waarom niet”, vraagt Peters zich af. „De Twentse taal is immers bij uitstek geschikt om gevoelige dingen in te verwoorden. Bovendien kunnen we er dan ook de Duitse markt mee op.” Een andere uitdaging voor Peters en de artistieke commissie is de opvoering van de Schumann variant van de Johannes Passion, bij het 35 jarig bestaan in 2019. „Die wordt vaker opgevoerd dan de Matthäus van Mendelssohn. We gaan het zien. Zo blijven we als stichting in beweging en dat moet ook.”
Klik hier voor het online artikel en foto.
Tijdens een repetitie voor de Matthäus Passion in de Plechelmusbasiliek Oldenzaal