“Gaan we dit allemaal doen?” Verbaasd kijkt Mark van 9 mij aan. “Jazeker”zeg ik, “alle liedjes”. Het is vrijdagmiddag en ik ben in het Duitse Kloster Frenswegen om een heel weekend met Duitse en Nederlandse kinderen te zingen. Ja, het is een hele stapel muziek, maar Mark weet nog niet hoeveel uurtjes zingen hij voor de boeg heeft! Na een gezamenlijke repetitie maken we drie leeftijdsgroepen. We zijn met vier dirigenten, dames die het erg goed met elkaar kunnen vinden. De gedeelde repetities gaan goed, we zijn tevreden. Tijdens de avondrepetitie krijgt Mark een bloedneus en wordt opgevangen door een van de gastouders. Om half negen hebben de kinderen vrij en kruipen wij dames dirigenten ook bij elkaar om onder het genot van een drankje heel veel te bespreken. Op zaterdagochtend ziet Mark er verfomfaaid uit, zijn haar staat recht op zijn hoofd. De eerste repetitie is al om negen uur en zowel de kinderen als de dirigenten moeten nog wakker worden. Tijdens de middagpauze bepalen we hoe het concert van de volgende dag er uit gaat zien. De repetities verlopen verder prima en aan het eind van de middag zingen de groepen aan elkaar voor wat ze geleerd hebben. De vermoeidheid begint enorm toe te slaan en we hebben ook nog een bonte avond voor de boeg. Mark heeft enorm veel plezier. Het is daarna opmerkelijk snel rustig in de kamers van de kinderen terwijl wij dames het weer te laat maken. Na een korte nacht moet er op zondagochtend weer vroeg gerepeteerd worden. Mark kijkt verdwaasd om zich heen. De generale repetitie is direct na het middageten. Het klinkt mat, de kinderen zijn moe. Het concert is om half vier en Mark ziet zijn ouders. Dat geeft energie. De kinderen zingen fantastisch en wij dirigenten genieten. Volgend jaar ben ik weer van de partij. Mark ook, zeker weten.
(Vocaal magazine)