Ruben

Kleine jongens worden groot en zijn dan tot bijzondere daden in staat.  Ruben is 13 jaar en zingt bij het Stadsjongenskoor Oldenzaal. Dinsdagochtend belt zijn vader me op. Opa is overleden en het zou zo mooi zijn als Ruben wat kon zingen tijdens de avondwake en de uitvaartdienst. Ruben wil het heel erg graag doen. ‘Maar kan ik dat wel van Ruben vragen?’ vraagt zijn vader. Ik ken Ruben goed en ik meteen ja.  Zingen en muziek maken is voor Ruben heel belangrijk. Ik zal Ruben zelf op de piano begeleiden en we bellen een zangvriend om te vragen Ruben mentaal en muzikaal te steunen. Gabriël is net 14 geworden, zegt ook meteen ja en begrijpt zijn rol.

Woensdagavond hebben we gelegenheid de liederen uit te kiezen, te zingen en te praten over het hele gebeuren.  De jongens discussiëren over de inhoud van de tekst en of het gevoel van de muziek wel bij de gelegenheid past. Ruben zit tegen de stembreuk aan, heeft net de griep gehad en carnaval gevierd. Zijn stem is niet zo krachtig als anders. Gabriël begrijpt dat hij meer ingehouden moet zingen om zich aan te passen aan Ruben. ‘Best moeilijk’ zegt hij, ‘maar de mensen in de kerk moeten vooral Ruben goed kunnen horen.’

Donderdagmiddag zingen Ruben en Gabriël tijdens de koorrepetitie de liederen even voor aan de andere jongens van het koor. Ze zijn er stil van en begrijpen dat het een moeilijke opdracht voor Ruben is. Daarna is het een half uurtje rijden van Oldenzaal naar Enter waar de avondwake is. In de auto kletst Ruben me de oren van het hoofd. ‘Nee, ik heb geen honger’ zegt hij en ook Gabriël wil z’n brood niet opeten. Vlak voordat we opkomen fluistert Ruben tegen me ‘het gaat wel goed met mij hoor!’ En inderdaad de liederen klinken prachtig in de ruime akoestiek van de kerk.

Gisterochtend was de sfeer heel wat meer beladen tijdens de uitvaartdienst. Gabriël is zeker van zijn opdracht  ‘Ik sleep Ruben er wel doorheen’. Het blijkt niet nodig. Ruben is goed bij stem en zingt voluit vanuit zijn hart. In één woord: geweldig! Dat hij daarna ook zijn emoties de vrije loop kon laten heb ik grote bewondering voor. Gabriël is het met me eens: ‘als mensen zeggen dat je niet mag huilen bij zoiets, verklaar ik ze voor gek!’