In het artikel in Mens en Melodie van 21 maart over de Matthäus Passion zegt Nico van der Meel: ‘Een van die dingen is ook dat jongenskoor. Dat vindt iedereen altijd ontroerend. Maar waar slaat het eigenlijk op. Bach voerde het uit met de jongens van zijn Thomasschule en ronselde wat externe zangers, het was natuurlijk voor hem ook een megabezetting. De Soprano in ripieno waren jongetjes uit de laagste klassen. Bij Bach kwam het gewoon zo uit’.
Ik kan me niet voorstellen dat voor Bach dit toevallig zo uit kwam. Als alles wat Bach schrijft een reden heeft, dan heeft de soprano in ripieno ook een reden. Natuurlijk werkte Bach in zijn tijd met uitsluitend jongens, maar deze waren een stuk ouder en beter geschoold en dan de gemiddelde jongenssopraan (kinderstem) van nu. Volgens mijn informatie zongen de soprani in ripieno de twee koralen in de Thomaskirche beneden op het priesterkoor bij het altaar (het offerblok). Koor en orkest waren te horen vanaf de koorzolder bij het orgel. Hij liet volgens mij heel bewust de jongste jongens (kinderen) juist deze twee koralen (tekst) zingen op die specifieke plek in de kerk. Als onschuldige lammeren rondom het offerblok.
Het eerste koraal, O Lam Gottes unschuldig, krijgt op deze manier muzikaal en retorisch juist een hele prominente plaats. Naast de mineur – majeur verhouding wordt het koraal gezongen door de onschuld: jonge kinderstemmen. Kinderen die het leed (mineur) van de volwassenen niet hoeven te dragen maar zorgen voor hoop en toekomst (majeur). De transparante jonge klank van de kinderstem is ontroerend en geeft troost. Dat heeft wel degelijk een functie, want daarna begint een afschuwelijk verhaal.
Het afsluitende koraal van het eerste deel is een inleiding op het tweede deel waarin Jezus wordt geofferd voor de zonden van de mensen. Het O Mensch bewein dein Sünde gross wordt meegezongen door de onschuldige kinderstem de soprano in ripieno. Het leven van Jezus en zijn wonderen worden meegezongen bij het altaar, juist daar waar dit in de eredienst herdacht wordt. Hierbij geeft de jongens (kinder)stem de klank van de sopranen van het grote koor het soort helderheid en tederheid waar de tekst om vraagt: schuld en onschuld samen. Het klank effect is verbluffend. In het tweede deel van de Matthäus Passion komen geen kinderen (onschuld) meer voor. De tekst spreekt voor zich. Jezus wordt gevangen genomen, veroordeeld en gekruisigd. Niet iets waar kinderen zich echt druk om moeten maken. Zo leg ik het de jongens van mijn jongenskoor altijd uit.
Nico van der Meel zegt: ‘Ik wil zo dicht mogelijk bij de verhouding van Bach komen. De Soprano in ripieno zijn bij ons meisjes, uit de hoogste klassen van het Stedelijk Gymnasium van Leiden’. Als je volgens mijn opvatting van de onschuld de Soprano in ripieno door oudste meiden van het gymnasium laat zingen is het muzikale en retorische effect weg. Sowieso qua volwassen klank van die meiden en dan heb ik het nog niet eens over de onschuld die vele van die meiden op die leeftijd al lang verloren hebben.
Tenslotte nog een opmerking van Nico van der Meel: ‘Wat je nu ziet is zo’n oratoriumvereniging van 80 man en dan een jongenskoortje. Dat heeft helemaal niets met elkaar te maken’. Of je de koralen nu door jongens of meisjes laat zingen, respect verdienen de kinderen allemaal. En zeker de jongens! Want zoveel jongenskoren telt Nederland niet meer. Ik probeer mijn jongens altijd goed uit te leggen wat hun functie is. Juist door goed uit te leggen wat ze zingen en waarom wordt het een hele grote belevenis. Mee zingen in de Matthäus Passion wordt zo een ervaring die ze hun leven lang niet zullen vergeten. Ze doen het allemaal met heel erg veel plezier. Toen ik een van mijn jongens een keer vroeg wat hij later wilde worden zei hij ‘evangelist’ en daarmee bedoelde hij Nico van de Meel.
Het Stadsjongenskoor Oldenzaal zingt de Matthäus Passion:
Vrijdag 15 april Plechelmus Basiliek, Oldenzaal Aanvang: 19:00 uur
Dirigent: Klaas Stok Ensemble: Orkest van het Oosten Koor: Consensus Vocalis
mmv: Stadsjongenskoor Oldenzaal o.l.v. Mariette Effing
solisten: Christus: Hugo Oliveira
Evangelist: Nico van der Meel
Sopraan: Gudrun Sidonie Otto
Alt: Luciana Mancini
Tenor: Fabio Trümpy
Bas: Tyler Duncan
Zaterdag 16 april 2011Muziekcentrum, Enschede Aanvang: 19:00 uur
Dirigent: Klaas Stok Ensemble: Orkest van het Oosten Koor: Consensus Vocalis
mmv: Stadsjongenskoor Oldenzaal o.l.v. Mariette Effing
Solisten: Christus: Hugo Oliveira
Evangelist: Nico van der Meel
Sopraan: Gudrun Sidonie Otto
Alt: Luciana Mancini
Tenor: Fabio Trümpy
Bas: Tyler Duncan
Donderdag 21 en vrijdag 22 april 2011
In samenwerking met Stichting Matthäus Passion Bergkerk Deventer Aanvang: 19:00 uur
Dirigent: Klaas Stok Ensemble: Concerto d’ Amsterdam
Koor 1: Deventer Vocaal Ensemble
Koor 2: Consensus Vocalis
mmv: Stadsjongenskoor Oldenzaal o.l.v. Mariette Effing
Solisten: Christus: Hugo Oliveira
Evangelist: Nico van der Meel
Sopraan: Gudrun Sidonie Otto
Alt: Luciana Mancini
Tenor: Fabio Trümpy