Bron: TC/Tubantia
door Herman Haverkate. maandag 17 maart 2008
OLDENZAAL – Stadsjongenskoor zingt morgen Matthäus in’eigen’ Plechelmus.
Met de uitreiking van de jaarlijkse Matthäus Trofee,volgende week vrijdag in de bus vanuit Deventer, besluit het StadsjongenskoorOldenzaal het traditionele passieseizoen. Tot die tijd echter moet Jezus nogdrie keer naar Golgotha. "Het grote probleem is het wachtentussendoor."
Nee, legt dirigente Mariette Effing haar jongens uit, naafloop wordt er niet geklapt. Niet in Oldenzaal tenminste, en ook niet inDeventer. Hooguit in Enschede, waar de uitvoering plaatsvindt in eenconcertzaal. "Denk niet dat jullie slecht gezongen hebben. Dit is gewooneen verhaal dat slecht afloopt. De hoofdfiguur gaat dood. Als dat gebeurt, gaje niet heel hard staan klappen. Zo simpel als wat."
Onder de middeleeuwse gewelven van de Plechelmusbasiliekklinkt haar stem hard en hol. Ze staat in het middenpad en kijkt omhoog naar dekoorzolder. Daar, pal aan de balustrade, heffen dertig zangertjes uit Oldenzaalhet slotkoor aan van het eerste deel van de Matthäus Passion: ‘O Mensch, beweindein’ Sünde gross’. Nu, bij deze eerste repetitie in de basiliek, zijn ze nogalleen. Vanavond bij de generale, als ook de volwassenen van koor en orkestzich hebben gemeld, zullen hun stemmen zich naadloos moeten voegen in het grotemuzikale verband van Johann Sebastian Bach.
"En dat komt er heel precies op aan", weet Effinguit ervaring. Voor de tiende keer alweer heeft ze het Stadsjongenskoorvoorbereid op de jaarlijkse uitvoeringen van de Matthäus Passion. Routine wordthet echter nooit. "Die jongens moeten vol aan de bak. Een groot deel doetvoor de eerste keer mee. Hier in Oldenzaal hebben ze het extra moeilijk. Hetorkest en het grote koor staan voorin de kerk, zij helemaal achterin, op dezangzolder bij het orgel. Voor het publiek in de kerk komt het geluid van tweekanten. Mijn taak is het dan om heel exact het tempo aan te geven. De jongensmoeten niet afgaan op wat ze horen, maar op mijn slag. Vanavond, bij degenerale, gaat dat de eerste keren ook altijd even mis."
Om even voor vijf hebben ze zich nogal luidruchtig gemeld,de jongens van het koor. In het schemerdonker van de kerk lopen ze één voor éénover een smalle kronkeltrap naar boven.
Marnix Klein,
acht jaaroud, vindt het maar spannend. Hij doet voor de eerste keer mee, en heeft noggeen idee wat hem te wachten staat. "Vrijdag gaan we met de bus naarDeventer. De anderen zeggen dat dat heel erg leuk is."
Echt moeilijk vindt hij de muziek niet, wel mooi. "Dathad ik nooit gedacht. En hier in de kerk klinkt het vast nog beter." Dathet verhaal over Goede Vrijdag gaat en te maken heeft met Pasen, weet hijdrommels goed, net als de anderen. "Marriette heeft erover verteld, maar ikwist het zelf ook al wel." Voor de rest vindt de leerling van basisschoolDe Bongerd het vooral leuk om te zingen. "M’n hele familie zingt. M’nmoeder, m’n oma, allemaal. Ze zeggen dat op dit koor je stem alleen maar mooierwordt."
Drie avonden lang moeten de Oldenzaalse jongens aan de bak.Meezingen in het openings- en slotkoor van het eerste deel, met anderhalf uurwachten tussendoor. Vooral dat laatste is, volgens Marriette Effing, nog weleens een probleem, met name woensdag in Enschede waar het koor op het podiumzit in het volle zicht van het publiek.
"Laten we alsjeblieft niet vergeten dat we met kinderente maken hebben. Wachten duurt voor hen langer dan voor ouderen. Ik heb net datboek van Douwe Draaisma gelezen over de menselijke herinnering: die zegt datook. Anderhalf uur is gewoon ontzettend lang. En de Matthäus is natuurlijk ookbest wel een saai stuk, met al die herhalingen. Zelf denk ik ook wel eens: he,krijgen we dat nog een keer? Vandaar dat ik tegen die jongens heb gezegd dat zemaar een half uurtje hoeven te wachten. Voor het gevoel scheelt dat al eenheleboel."
Direct na het kerstconcert is ze met de repetitie begonnen.In eerste instantie alleen met de nieuwkomers, later ook met de meer ervarenrotten. "Pasen valt vroeg dit jaar, dus het was aanpoten. Maar die ouderenkennen alles nog uit het hoofd. Ze zijn er vaak ook echt van gaan houden. Datis ook het mooie van de Matthäus: hoe vaker je het zingt, hoe meer die muziekbezit van je neemt."
Vrijdag in de bus, op de terugweg uit Deventer, volgt deapotheose van het passieseizoen. Dan wordt door Marriette Effing de jaarlijkseMatthäus Trofee uitgereikt. Wie hem dit jaar krijgt? Geen idee. "Eigenlijkzou Bach zelf hem moeten hebben. Maar aangezien dat nu eenmaal niet kan, geefik hem maar aan één van deze kanjers van jongens."