Zing Magazine: Eenarmige dirigent

De nieuwe Zing Magazine is uit met daarin alweer mijn laatste column. Best jammer want ik vond  het heel  erg leuk om de columns te maken. Van te voren had ik gekozen om ze alle vier over mijn werk bij het Stadsjongenskoor Oldenzaal te schrijven. Ik heb erg veel leuke reacties op gehad, vooral van voor mij totaal onbekende mensen. Vaak gingen de reacties  andere over het feit dat ik durfde te schrijven over dingen die niet goed gaan. Tsja, er gaat erg zo vaak iets niet goed! In mijn laatste column gebeurt er iets zeer pijnlijks maar met een redelijk happy end!

Eenarmige dirigent

"Er zit een scheurtje in je elleboog, we moeten toch even gipsen” zegt deverpleegkundige van de Eerste Hulp. ‘t Is toch niet waar denk ik, maar ik laat het gelaten over me heen komen want ik verga van de pijn. Toen ik gisteravond van de fiets viel dacht ik maar aanéén ding: aanstaande zondag. Het Stadsjongenskoor bestaat 90 jaar en geeft daneen groot concert. We zijn al maanden aan het voorbereiden en nu vijf dagenvoor het hele gebeuren… Tot mijn afgrijzen gaat mijn hele linkerarm vanafmijn vingers tot ver boven mijn elleboog in het gips en een uur later sta ikbuiten. Thuis bel ik de voorzitter en vertel hem dat ik alle taken overdraag maardat ik het concert wel ga dirigeren, met één arm. De dagen daarna zijn derepetities zwaar en onwennig voor mij als eenarmige dirigent. Ik moet nieuwemanieren moet zoeken om te laten zien wat ik wil. Op de dag van het concert benik moe. Mijn nek doet pijn, mijn rug en benen. Maar de jongens geven meenergie. Staan de hele dag klaar om me te helpen: dragen mijn tas, zetten de standaardklaar, glaasje water, stoel, helpen me in en uit mijn jas… Tijdens het concert kijkt het koor met groteconcentratie naar wat ik doe. Wat mis ik mijn linkerarm! Hij moet de inzettenaangeven, crescendo’s maken, het haar uit mijn gezicht strijken, accenten geven, muzikalelijnen sturen en de bladzijden omslaan. Ik merk dat links en rechts gewend zijnom samen te werken, ze kunnen niet zonder elkaar. Mijn ogen en mond nemen overwat links niet kan. Wat een uitzonderlijk expressief concert! Na afloop is ereen stamppotbuffet. Ook dat wordt voor me opgeschept en de worst in plakjesgesneden. Maar het feest gaat totaal aan mij voorbij. De dag daarna gaat hetgips er af.

Zing Magazine: In mijn hemd

Sinds begin dit jaar schrijft ik de columns voor Zing Magazine, een tweemaandelijks vakblad voor (amateur) zangers, dirigenten en docenten. De tweede column is inmiddeld gepubliceerd.

‘Tsjonge, wat een applaus kregen we, het leek wel nooit testoppen’. Fluisterend en giechelend lopen de jongens door de catacomben van hetObceni Dum in Praag de weg terug naar hun kleedkamer. We doen mee aan eenkorenfestival en hebben net een concert gegeven in de prachtige Smetenazaal. ‘Hoordeje dat Bravo na het laatste lied? Hetpubliek ging zelfs staan…’. Met 14 jongens in de leeftijd van 15 tot 25 jaar opconcertreis naar Praag: dat staat garant voor korte nachten, behoorlijkehoeveelheden pils, veel plezier maar dus ook een heel goed concert opzondagochtend! Ik ben beretrots op de heren en ik hoor ze nu bulderend lachenin de kleedkamer naast de mijne. Ik geniet van de opgewonden stemming en ik schopmijn pumps uit. Ik heb het bloedheet, verlos mezelf van de panty en begin metomkleden. Ik sta net in mijn hemd als ineens de deur wagenwijd open gaat: ‘Oh, excusez- moi madame!’ en de man graaitnaar zijn colbert dat op een haakje hangt. Gelukkig heb ik mijn rok nog aan enin mijn gebrekkige Frans zeg ik dat het niet zo erg is. De man gaat over in hetEngels ‘Excellent work you do with your choir!’ . Verbaasd bedank ik hem voorhet compliment en hij gaat verder “You create such a nice relaxed sound withthe boys’. Van de weeromstuit begin ik Duits te praten en hij vervolgt met: ‘Esist so wichtig das Junge Männer singen heutzutage’. Ik besluit, ondanks dat ikschaars gekleed ben, toch maar op ’m af te lopen en hem een hand te geven. ‘You are a conductor too?’ vraag ik uitbeleefdheid. ‘Oh yes, nice to meet you’ zegt de man ‘I’m Denis Rouger, memberof the jury.’ Hij trekt zijn colbert aan, sluit de deur en laat mij sprakeloosachter.

Zing Magazine: Guus

Tijdens de zomervakantie van 2008 kreeg ik een intrigerend mailtje. De hoofdredacteur van Zing Magazine was viavia op mijn weblog gekomen en vraagt me om van gedachten wisselen over devraag of ik columns of artikelen voor het blad wilschrijven.  Zing Magazine is een tweemaandelijks vakblad voor (amateur)zangers, dirigenten en docenten. Daar heb ik dus meteen op gereageerd en in de nieuwste jaargang schrijf ik de column Solo voor Zing Magazine. Het is niet gemakkelijk om in pakweg 300 woorden iets te schrijven maar de eerste column is al gepubliceerd. Ik ben er erg trots op:

Guus
Wat een grandioze ervaring! Het Stadsjongenskoor Oldenzaalzingt in de opera Boris Godoenov van de Nationale Reisopera en reist langs allegrote theaters in Nederland. Vandaag is de laatste voorstelling in Den Bosch enwe mogen mee het podium op voor het slotapplaus. Bij de opera heerst eenijzeren discipline. Ook het slotapplaus is dus goed geoefend: op één lijnstaan, naar voren, naar achteren… Volgens afspraak ga ik met de jongens alvastbij de trap staan om achter het grote koor aan naar boven te gaan. Maar waar ishet grote koor? Door de speaker klinkt:Mariette en jongenskoor klaar staan voor applaus. Ik ga met de jongens toch viade trap naar boven: verkeerde kant toneel?! Hup, naar beneden, via een anderetrap naar boven, weg hier met diejongens, weer naar beneden, via de foyer, rennen, trap op… Eindelijk zijn wegoed. Dan ineens: Bammm dengedengedeng! We duiken ineen en met de vingers in deoren kijken we elkaar verschrikt aan. Staan we toch pal naast de klokken en degrote gong. Hoe is het mogelijk, normaal staan deze toch zo ver mogelijk vanhet toneel vandaan? Ik weet wat er nu volgt: Boris sterft en wat over blijft isalleen maar stilte… In dit decrescendo hoor ik ineens een ander geluid. Ikkijk snel om me heen. Het is de acht jarige Guus, helemaal in paniek en hijgilt het uit. Wat te doen? De opera eindigt immers pianissimo! Ik til Guus op,doe een hand voor zijn mond, ren met hem de kelder in en sluit de deur. Daarmag Guus zich eindelijk helemaal laten gaan: Ik wil naar mama toe! Wat eenfeestelijke afsluiting had moeten zijn eindigt voor Guus in mineur. Maar wateen wilskracht! Even later rent hij toch het podium op voor het applaus. Keurigop één lijn met de andere jongens, de tranen biggelen nog over zijn wangen.