ONKK met meer dan alleen juichende liederen

HENGELO – Waterstaatskerk, zaterdagavond. 20-jarig Jubileumconcert van het Oost Nederlands Kamertjes Koor (ONKK), o.l.v. Mariëtte Effing, m.m.v. Egbert van Hattem (tenor) en Gerard van Kempen (piano).Programma: From the Bavarian Highlands van Edward Elgar en liederen van Holst, Stanford en Vaughan Williams.

‘A song exultant will we send’, aldus de laatste woorden die het Oost Nederlands Kamertjes Koor (ONKK) zaterdagavond zong: ‘een juichend lied laten we klinken’. Er was reden tot juichen, want dit koor bestond 20 jaar en leverde met het concert het bewijs dat het nog springlevend is. Nog steeds staat het koor onder de enthousiast ogende leiding van Mariëtte Effing en ook nu was er weer gekozen voor een origineel repertoire. Het pièce de résistance vormde de eerder geciteerde cyclus From the Bavarian Highlands, op gedichten van de echtgenote van de componist Sir Edward Elgar. Het ONKK blijkt meester in het uitdiepen van contrasterende sferen, gesteund door een, zeker voor niet-beroeps zangers hoog technisch vermogen. Er wordt zeer synchroon gezongen, er is sprake van een mooie klankbalans en intonaties verlopen meestal knap zuiver. Bij Elgar zong het koor met de zeer vaardige pianobegeleiding van Gerard van Kempen, terwijl het concert begonnen was met onbegeleid (a capella) werk, waarbij intonaties niet getoetst kunnen worden aan een instrument. Hoe lastig de diverse componisten het het ONKK ook maakten -ik noem de harmonische complexiteit van Gustav Holst- ontsporingen bleven compleet uit. Het is wel erg luxe als een koor ook nog eens beschikt over een lid dat een entr’acte voor zijn rekening kan nemen. Zo’n koorlid werd gevonden in de persoon van Egbert van Hattem, die een drietal liederen vertolkte met de pianist. Zijn stem was wonderschoon, maar ik miste wat in zijn mimiek, die de tekst te weinig ondersteunde: alsof hij niet echt geloofde in wat hij zong. Gerard van Kempen profileerde zich niet alleen als begenadigd begeleider, maar ook als puike solist, in een tweetal nocturnes van ‘de Ierse Chopin’ John Field. De ultieme muzikale krachtenbundeling was te horen van het ONKK, Egbert van Hattem en Gerard van Kempen met ‘Sailing at dawn’ van Sir Charles Villiers Stanford. Het koor moest het doen met slechts twee tenoren, terwijl Van Hattem eerder een baritonaal register aan de dag legde. Na de muzikale jachttaferelen van The Marksmen (De scherpschutters) voelde de dirigente toch de behoefde om (dier)vriendelijk af te sluiten en zo klonk een adembenemende uitvoering van ‘The long day closes’ van Arthur Sullivan.

Koen Edeling

(Bron: www.tctubantia.nl)

Volg en like ons:
onpost_follow
Tweet
Share