Het was een zéér enerverende dag vandaag.
Ik ga alle kadootje uitpakken en genieten.
Mariette Effing: koordirigent, docent, muziekjournalist en organisator.
Dirigent die weet wat ze wil
Jubileum dirigent Mariette Effing Paul de Kuyper
Dirigent Mariette Effing leidt vanaf de oprichting in 1990de Kringzingers, het koor voor (oud-)personeelsleden van de UT. In 1982maakte ze haar openbare dirigentendebuut en komende zondag viert ze meteen bijzonder project haar 25-jarig jubileum. Met al haar koren,waaronder de Kringzingers, voert ze de Saint Nicolas Cantate van deBritse componist Benjamin Britten uit. `Ik maak het mezelf hiermee nietgemakkelijk.’
Mariette Effing in de Audiozaal van de Vrijhof, de repetitieruimte van de Kringzingers. (Foto: Arjan Reef) |
`Ik heb van Mariette vooral geleerd om plezier te hebben in het maken van muziek’, vertelt Koos Delcour,vanaf 1990 `Kringzinger’. `Ze heeft een enorme passie en mijn eigenvreugde voor muziek zie ik daarin bevestigd.’ Zijn collega Hiltje Wuite,vanaf 1995 bij het koor, vult aan: `Behalve enthousiast, is Marietteook ambitieus en perfectionistisch. Ze weet precies wat ze wil en hetbijzondere is dat het haar negentien van de twintig keer ook lukt omiets met ons in te studeren.’
Mariette Effing (43) herkent zich wel in deze beschrijving door haarkoorleden. `Ik ben geen dirigent die als een bullebak tekeergaat alsiets niet goed loopt. Ik vind dat ik mensen plezier en liefde voormuziek bij moet brengen. Zingen is iets kwetsbaars, want je staat erhelemaal alleen voor. En dus moeten de zangers zich er wel prettig bijvoelen.’
`Eén van de moeilijkste dingen van mijn vak is inschatten of eenmuziekstuk past bij een bepaald koor’, vertelt Effing verder. `Dan gaathet er niet alleen om of een stuk mooi is, maar ook om de vaardighedenvan het koor. Welk leerproces kunnen ze aan? Ik moet zeggen dat deKringzingers vaak een muzikale uitdaging nodig hebben. Ze hebben veelintellectuele bagage en willen niet alleen maar simpele stukken zingen.Gelukkig zijn ze ook bereid daar heel hard voor te oefenen.’
Ze viert aanstaand weekend haar 25-jarig jubileum, maar is eigenlijkal langer bezig, vertelt ze. `Je groeit langzaam het vak in. Het isniet zo dat je een studie afrondt en ineens dirigent bent.’ Ze was vankinds af aan met muziek- en blokfluitlessen bezig. `Op de lagere schoolwist ik al dat ik naar het conservatorium wilde. Ik kwam niet uit eenbuitengewoon muzikale familie, dat kwam helemaal uit mezelf.’
In 1982 trad ze als 18-jarige voor het eerst op als koordirigent.`Kinderkoor de Dinkelrakkers uit Losser zou optreden bij de intocht vanSinterklaas, maar omdat de dirigent zijn kruisbanden had gescheurd,mocht ik dirigeren. Ik weet nog dat ik heel zenuwachtig was. Ik kan meniet eens herinneren of ik het koor ook heb horen zingen, want het wasdaar één grote bak met herrie.’
25 Jaar later dirigeert Effing in de Sint Nicolaaskerk in Denekampde uitvoering van de Saint Nicolas Cantate van Benjamin Britten uit1948, met al haar koren. Dat zijn naast de Kringzingers ook het OostNederlands Kamertjeskoor en het Stadsjongenskoor Oldenzaal. `Ik wildeal heel lang een groot project met al mijn koren. Als musicus zoek jevaak naar jaartallen die je als kapstokje kunt gebruiken voor eenproject. Een paar jaar geleden bedacht ik me ineens dat november 2007voor mij een belangrijke datum zou worden. Toen kwam ik er ook nog eensachter dat de Nicolas Cantate heel geschikt is voor mijn koren. Dat hetstuk óók nog een symbolische verbintenis had met dat eersteSinterklaasoptreden van 1982, was helemaal toevallig.’
`Het is een heel bijzonder stuk, ik ken niet iets wat hier oplijkt’, vertelt Effing over de Nicolas Cantate. `Het stuk komt heelingewikkeld over, maar zelf heb ik het wel goed in mijn hoofd. Hetvergt vooral organisatorisch veel, want het bestaat uit zeven koren.Daarmee maak ik het mezelf zeker niet makkelijk.’
Bijzonder is ook dat het publiek een rol krijgt in de uitvoering.Effing: `Een deel wordt meegezongen door het publiek. Het optredenbegint daarom ook anders dan andere concerten, want ik ga eerst met hetpubliek hun deel instuderen. Niet iedereen die komt luisteren, zal datweten. Ik hoop dat het een aangename verrassing voor ze is en dat ik zekan stimuleren mee te zingen.’
Saint Nicolas Cantate, Benjamin Britten. Uitgevoerd doorStadsjongenskoor Oldenzaal, Oost Nederlands Kamertjeskoor, Kringzingersen Projectorkest van Twente, onder algehele leiding van Mariette Effing.
Zondag 2 december 15.00 uur, St. Nicolaaskerk Denekamp.
Entree: €16,-, kinderen tot 16 jr. €6,-
Vanavond was de eerste repetitie van de Saint Nicolas Cantate in de kerk in Denekamp. Als iedereen vooraan staat, kan het net. Ergens daar tussen komt het orkest te zitten… maar dit was even poseren voor de fotograaf!
Rik is de held van het jongenskoor, hij mag de solo van de kleine St Nicolaas zingen. Veel succes Rik!!!
De dames van het galerijkoor hadden een zware avond. Ik had gezegd dat het ijskoud was in de kerk. Even niet er aan gedacht dat alle warmte naar boven stijgt.
Voor meer nieuws: zie het UT Nieuws van morgen!
Medewerkers St Nicolas Cantate Zondag 2 december 15.00 uur St. Nicolaaskerk Denekamp.
Tenor
Sinds zijn studie aan de Conservatoria van Enschede en Amsterdam,heeft de carrière van tenor
Sebastian Brouwer hem niet alleen op de grootstepodia van Europa gebracht, maar ook naar tournees en concertseries in deVerenigde Staten (2004) en Australië (2002).Op de meest belangrijke Nederlandse muziekfestivals en-series heeft hij gezongen met orkesten als het Concertgebouw (Kamer)Orkest enRadio Filharmonisch Orkest, en gewerkt onder dirigenten als o.a. Edo de Waart,Jaap van Zweden, Roy Goodman, Jan Willem de Vriend en Ton Koopman.
Sebastian Brouwer heeft een zeer wijd georiënteerd repertoire.Hij iseen veelgevraagd vertolker van passies en oratoria van J.S. Bach. Andere werkenuit zijn oratorium-repertoire zijn stukken als o.a. Verdi’s"Requiem", Mendelsohns "Elias", Haendels "TheMessiah", Saint-Saëns’s "Oratorio de Noël", Puccini ‘s"Messa di Gloria" en Ramirez "Misa Criolla.
Op het gebied van opera vertolkte hij tenor-hoofdrollen ino.a."Il barbiere di Siviglia" (Rossini), "Alceste"(Haendel),"Les Indes Galantes" (Rameau), "Orphee etEuridice" en "Iphigénie en Tauride" (Gluck), "LaSonnambula" en "I Puritani" (Bellini), Gasparone (Millocker),"La Traviata" en "Oberto" (Verdi), "Don en "Callme Ishmael" (Goldschneider, première).
Pianisten
Het pianoduo Martijn en Stefan Blaak studeerde in 2004 cumlaude af aan het conservatorium in Enschede bij Fred Oldenburg en PierreRuhlmann. Zij wonnen diverse prijzen onder andere bij het Prinses ChristinaConcours, de Rotterdamse Pianodriedaag-se, de Rotary Jong Talent Prijs, deStichting Jong Muziektalent Nederland en het Concours Modern te Weimar. Inapril 2002 kregen Martijn en Stefan ‘De Voorziening’, een beurs voor jongeexcellerende musici.
Martijn en Stefan geven regelmatig concerten in binnen- enbuitenland, onder andere in Nederland, Duitsland, Spanje en Italië. InOostenrijk werden ze meerdere malen uitgenodigd door Konrad Richter voor zijninternationale meestercursus in het slot Rosenau in Zwettli. In 2005 traden zijop tijdens het muziekfestival in Aix-en-Provence, Frankrijk, dat live werduitgezonden door Radio France. Ook namen zij deel aan meestercursussen vanonder andere Jan Wijn, Stanley Hoogland en Eugen Indjic.
Naast optreden met verschillende symfonieorkesten maakten zediverse radio- en t.v.-opnames. In 2001 speelden ze de wereldpremière vanQuadrivium van David Rowland, dat tevens werd opgenomen door de Westdeutsche-en de Bayerische Rundfunk.
Organist
Hans Stege studeerde orgel en kerkmuziek aan het conservatorium in Enschede. Zijn docentenwaren Anco Ezinga, Gijs van Schoonhoven en Bernard Bartelink. In 1989 behaaldehij het diploma Docerend Musicus en in 1991 dat van Uitvoerend Musicus.
In 1991 was hij finalist van de Tubantiaprijs, in 1992 washij winnaar van het NCRV Langlais-Tournemire orgelconcours. Voor genoemdeomroep maakte hij diverse opnamen.
Hans Stege is als organist en dirigent verbonden aan de St.Pancratiusbasiliek inTubbergen. Hij is actief als begeleider van diverse koren als organist enpianist. Voorts geeft hij regelmatig concerten in binnen- en buitenland.
Percussionisten
Yannick Bergevoet (1984, Hengevelde) studeerde klassiek slagwerk aanhet conservatorium in Enschede, bij Frank van der Starre en Hans Grutterink.Deze studie werd in juni 2007 afgerond. Momenteel volgt hij een master klassiekslagwerk aan het conservatorium in Zwolle. Verder volgde hij masterclasses bijStephan Froleyks (Duitsland) en Ludwig Albert (België).
Yannick is als slagwerkdocent en instructeur/dirigentverbonden aan vier muziekverenigingen. Sinds de aanschaf van zijn eigenbasmarimba in oktober 2004, legt hij zich ook meer toe op solo-optredens. Ditresulteerde dit jaar onder andere aan deelname aan de “European SoloCompetition†in Birmingham en de “Universal Marimba Competition†inSint-Truiden.
Hans Grutterink is hoofddocent slagwerk aan het conservatorium inEnschede en geeft onder andere slagwerkles op muziekscholen in de regio.
Als componist heeft hij enige geslaagde en vaak uitgevoerdecomposities en arrangementen – van stukken voor kinderkoren, slagwerkgroepen enmuziektheater tot jazzstukken – op zijnnaam staan. Hij beheerst als slagwerker alle voorkomende slaginstrumenten, vanpauken tot vibrafoon. Hij heeft een brede ervaring als klassiek slagwerker bijvele producties en is een veelgevraagd vibrafonist in de jazzwereld.
Concertmeester: Irene de Bruin begon op jonge leeftijd met pianolessen bij haarmoeder en vioollessen bij Carolien Ingen-Housz. Het samen spelen in strijkkwartettenen symfonieorkesten gaf uiteindelijk de doorslag om voor de viool te kiezen. In1990 behaalde zij de 3e prijs in de regiofinale van het Prinses ChristinaConcours.
Na haar VWO-examen is Irene wiskunde gaan studeren aan deUniversiteit Twente. Aansluitend aan haar afstuderen begon zij aan de UT meteen promotieonderzoek in de numerieke stromingsleer, wat in 2001 resulteerde inde verdediging van haar proefschrift. Parallel hieraan heeft zij het diplomaUitvoerend Musicus viool behaald bij Maurits van den Berg aan het conservatorium in Enschede.
Door de jaren heen is Irene concertmeester geweest vandiverse orkesten: Enschedees Jeugd Orkest (nu: Symfonia Jong Twente),Carlforsska Student Orkester (Zweden), Musica Silvestra Orkest (studentenorkestUT). Inmiddels is zij reeds 7 jaar concertmeester van het Twents Kamer Orkest.
Naast haar muziekleven is Irene als researcher werkzaam intelecomindustrie.
De St Nicolas Cantate van Britten opent met een langzame meditatieve klaagzang vanhet volk. Nicolaas wordt gevraagd zijnpracht en praal af te leggen en te vertellen. In een groot muzikaal contrastbegint Nicolaas te vertellen.
Zijn levensverhaal begint met een vrolijke walsgezongen door het jongenskoor. “Ere zij God†roept kleine Nicolas als hij inz’n badje duikt. In de orkestpartij kun je het water uit de tobbe horenstromen.
Algemeen bekend is dat Britten al zijn tenorsolo’s schreef voor zijnvriend Peter Pears. De stukken voortenor solo in deze cantate staan dan ook dicht bij Britten’s eigengevoelsleven. In deel drie komen we op een zeer indringende wijze meer van depersoonlijkheid van zowel Britten als Nicolaas te weten. Veel te jong moest hijde wijde wereld in trekken en voelde zich vaak in de steek gelaten.
Hij smeektGod om zijn gids te zijn. Piano en slagwerk produceren geweldige golven in destormscène van deel vier, zijn reis naar Palestina. De hoge stemmen van hetgallerij koor zingen bliksem, wind en donder terwijl het complete mannenkoor debange bemanning van het schip vormt. Nicolaas heeft deze zware storm voorspelden vraagt de bemanning op de knieën te gaan om schip te zegenen. Uiteindelijklukt dit en de storm gaat liggen
Aan het eind van deel vijf mag het publiekvoor het eerst meezingen. In dit deel wordt Nicolaas tot bisschop gekozen. Dejongens mogen Nicolaas “aankleden†waarna het volk de nieuwe bisschop in eeneindeloze bombastische fuga op zijn taak wijst: “Serve the Faith!!â€. Meteendaarna in deel zes maken we verder kennis met Nicolaas als mens, zonder alle“heiligheidâ€.
Net als in deel drie maken we kennis met Britten’s persoonlijketwijfels als gelovige. Verstikking en eenzaamheid worden muzikaal zeerdramatische weergegeven.
Deel zeven is een groot muzikaal theatraal drama.. Achtervolgd door honger zien we volklangs de wegen trekken terwijl ze geen oor hebben voor de vrouwen die over hunverdwenen jongens zingen. Een waard wordt geld geboden om toch iets eetbaars optafel te zetten. Het is Nicolaas die het volk bruut op hun zonde wijst als zebijna van het opgediende vlees willen eten. Het zijn de gepekelde jongens! Zeworden door Nicolaas tot leven gewekt en daarna volgt een processie aangevoerddoor de drie jongens: Halleluja!
In deel acht wordt Nicolaas harmonieusherdacht als een man die steun geeft en liefdevol is. Iedereen zit vol goedeherinneringen aan hem en weet wel een “sterk verhaal†over hem te vertellen.Bij de gelegenheid waarvoor Britten deze cantate heeft geschreven had hij debeschikking over zeven koren. Ook nu vertelt elk van mijn eigen korenafzonderlijk een verhaal over St. Nicolaas. Daarna worden deze legendes door dekinderen van onze kinderen via een canon steeds gekoesterd en verder verteld.
Het laatste deel “De dood van Nicolaas†kenmerkt zich door een enormecomplexiteit. De snelle hoge nootjes van de piano, de diepe klank van degong, de kalmte die van de tekst uitgaatterwijl de melodie van de tenorsolo intens en dramatisch is. In een cantusfirmus zingt het koor het “Nunc dimitis†de lofzang van Simeon, eenrechtvaardig en vroom man die pas zou sterven als hij de Messias had gezien.Het werk besluit samen met het publiek met “The old hundredthâ€, een zeerbekende en geliefde Engels Hymne.
De Britse componist Benjamin Britten(1913-1975) studeerde piano en compositie o.a. aan het Royal College of Music in Londen. Zijn vijftien opera’s, liederencycli en koorwerken vormen het belangrijkste deel van zijn oeuvre. Hoewel hij niet direct een vernieuwer is kunnen we zijn werk wel eigentijds te noemen. Britten was zeer geliefd en gewaardeerd bij zijn collegae componisten. Benjamin Britten overleed in 1976 te Aldeburgh. Hij wordt als de belangrijkste Britse componist sinds Purcell beschouwd.
Britten schreef de Saint Nicolas Cantate in 1948 voorde viering van het honderdjarige bestaan van Lancing College, Sussex. Deze school had St. Nicolaas als patroonheilige vandaar dat een van de commissieleden destijds Britten voorstelde een “Ahymn to Saint Nicolas.” te schrijven. Benjamin Britten keek altijd met verlangen en plezier terug naar zijn kindertijd. “Tell me about Saint Nicolas,” said Ben. So I told him the legends. Almost immediately he saw it as a series of episodes. “It will have to be a cantata, I think.” Een sketch van de compositie was er binnen drie weken en Britten “was enjoying it hugely.” Hij schreef het werk met de speciale intentie dat het uitgevoerd zou worden door amateurs. Voor hem was het een uitdaging om schoonheid te scheppen met simpele middelen en hij zag de St. Nicolas ook als een diepgaand statement.’Britten schrijft: I want to write for people. . . . There is something very fresh and unrestrained in the quality of the music produced by amateurs. What annoys me more is the ineptitude of some professionals who don’t know their stuff I have no patience with that.
St. Nicolaas is niet alleen de heilige van zeelieden,scholieren en kinderen maar ook de patroon van Rusland, Griekenland, Sicilië en Lorraine. De meeste informatie die we over hem hebben is gebaseerd op mondelinge overlevering . Historici zijn het er over eens dat hij is geboren ineen gefortuneerde familie ergens aan het einde van de 3de eeuw. De verhalen gaan dat hij zelfs als kind al wonderen kon verrichten, vastte en zijn bezittingen aan de arme mensen gaf.
De Saint Nicolas Cantate van Britten is een dramatische cantate in negen scénes over het leven van St. Nicolaas: zijn geloof, zijn wonderen en zijn nalatenschap. De cantate presenteert legendarische gebeurtenissen uit het leven van St Nicolaas. De partij van Nicolas wordt gezongen door een solo tenor. Het koor transformeert zichzelf in verschillende contrasterende karakters gedurende het drama. Het vertelt de avonturen van St. Nicolaas met de overtuiging van ooggetuigen en bindt het verhaal samen met gebeden en lofzangen. De jeugdige speelsheid in contrast met serieuze diepgang maakt de Saint Nicolas Cantata tot een uniek werk. Het serieuze gedeelte is primair toegewezen aan de tenor solist. De menselijkheid en visie van Nicolaas komen daar gepassioneerd tot uitdrukking. Zo treurt hij om de corruptie van mensen en accepteert hij op het laatst zijn eigen dood.
Dit is niet de commerciële Nicolaas zoals wij hem tegenwoordig kennen maar laat zijn kwetsbare kant zien waarmee hij het beste met de mensen voor heeft. Een nieuwe en belangrijk element in de cantate is de inzet van het publiek c.q. gemeentezang als muzikale actie. De melodieën waren in die tijd bekend bij het publiek dat opgeleid was op English public schools. Het zingen van deze gezangen op school was iets dat dagelijks gebeurde. Benjamin Britten wist dat het zingen van deze gezangen het publiek deed denken aan de tijd dat ze zelf kind waren. Tegelijkertijd kan het publiek mee doen, in plaats van passief luisteren wat voor veel mensen als zeer verrassend wordt ervaren. Het is een opmerkelijke verzameling van niet alledaagse muzikale elementen die een grote plek innemen als we naar het werk luisteren. Het is de nederigheid van een groot componist die serieuze muziek schrijft binnen de mogelijkheden van gewone mensen. Dit verklaart waarom het stuk nu nog steeds zeer populair is.
Wordt vervolgd!!
Na dit eerste optreden zouden er nog vele volgen maar zo’n eerstevergeet je niet zo snel. De kinderen die aanwezig waren bij de Sinterklaasintocht schreeuwden zo hard dat ik eigenlijk niets van het koor kon horen.
Ik had eigenlijk toen ik naar het conservatorium ging geen idee dat er zoiets bestond als "koordirectie". Ik ging blokfluit en schoolmuziek studeren. Toen er echter op een vrijdagmiddag iemand Café De Kater binnen kwam en riep "Wie wil er een koor!", stak ik mijn vinger op en zo werd ik dirigent van het Binnenstads Jongerenkoor. Daarna was het hek van de dam en spoedig dirigeerde ik ook een bejaardenkoor, een CJV koor, ensemble Korakel en probeerde weer een schoolkoor op te richten op mijn oude middelbare school. Ik hing mijn blokfluit aan de wilgen en ging koordirectie studeren bij Kees Stolwijk.
Daarna volgden nog meer koren: het Oost Nederlands Kamertjeskoor, het Ensemble SWV, Frauenchor Gildehaus, Kinderchor Bentheim, De Potters, De Kringzingers, kinder en tienerkoor Winterswijk, gemengd koor Sempre Crescendo, Koraal in het trapportaal, Mesumer Männerchor, Stadsjongenskoor Oldenzaal, gemengd koor De Kringzingers, Jongemannenkoor Oldenzaal en ondertussen deed ik eindexamen schoolmuziek en praktijk- en einddiploma koordirectie.
Dit jaar is het al weer 25 jaar dat ik voor de leeuwen werd geworpen,een mooie aanleiding dus om eens een groot project te doen. Ik heb lang gezochtnaar een geschikt werk: het leek me in ieder geval leuk om een groot concert tegeven met alle koren waarover ik nu de leiding heb.
Momenteel dirigeer ik drie koren: het StadsjongenskoorOldenzaal bestaande uit een opleidingskoor, jongenskoor en jongemannenkoor, hetOost Nederlands Kamertjeskoor (ONKK) uit Enschede en het gemengd koor DeKringzingers, personeelskoor van de Universiteit Twente. De Kringzingers en hetONKK hadden al langer de wens om een keer groter werk uit te voeren voor kooren orkest. Geïnspireerd door de omgeving kreeg ik tijdens het concert van deMissa Criolla van het ONKK in de St. Nicolaaskerk te Denekamp, ineens het ideede Saint Nicolas Cantate van Benjamin Britten(1913-1976) uit te voeren. Wat is er leuker dan om mijn25 jarig dirigent zijn te vieren met al mijn koren die een stuk uitvoeren watdirect verwijst naar het allereerste openbare concert dat ik heb gegeven! Ikheb de partituur erbij gepakt en zag dat het stuk perfect toegesneden was mijnwerksituatie van dit moment. En, zou het mogelijk zijn dit dan ook nog eens inde St. Nicolaaskerk uit te voeren?
Ik heb het idee aan mijn koren en de Culturele Raad Denekampvoorgelegd en iedereen was meteen enthousiast. Er werd een commissie in hetleven geroepen die de financiële en organisatorische mogelijkheden gingonderzoeken. Na diverse vergaderingen en subsidieverzoeken bleek voor dezomervakantie dat het project echt door kon gaan.
Wordt vervolgd!
Met dit krantenbericht is in feite mijn publieke cariere in 1982 begonnen. Tijdens mijn lagere school werd ik uit de klas geplukt om kerkdiensten te zingen in het koor van de Mariakerk in Losser. Later ging ik natuurlijk op ook op muziekles. Dat blokfluitspelen ging mij goed af. Ik herinner me nog dat ik na 3 lessen de boekjes 1 t/m 3 thuis al uit had en ik begreep niet waarom de meneer dat weken lang ging herhalen. Ik verveelde me rot! Het was ook de tijd van de beroemde kinderkoren de Leidse Sleuteltjes en de Wesseltjes. Ook in Losser werd een kinderkoor opgericht De Dinkelrakkers. Gedurende mijn gehele lagere schooltijd was ik lid van dit kinderkoor. Ik kan me vaag legendarische optredens in Duitsland herinneren met Nico Haak en Rita Corita.Ook toen ik al op de middelbare school zat bleef ik de repetities bezoeken om hand en spandiensten te doen. Ik speelde blokfluit en nam af en toe een repetitie over als de dirigent niet kon. In november 1982 stond het kinderkoor onder leiding van Piet Amweg en zou zingen bij de intocht van Sinterklaas in het gemeentehuis van Losser. Helaas scheurde Piet zijn kniebanden en had ik de eer het concert te dirigeren. Het was mijn eerste openbare optreden als dirigent en ook de eerste keer dat ik met mijn naam in de krant kwam.
Wordt vervolgd!!!