Het Stadsjongenskoor Oldenzaal doet traditioneel mee aan de Matthäus-Passion in Oldenzaal en Enschede. In al die jaren dat ik het jongenskoor dirigeer zijn we niet één keer genoemd in een recensie. Nu wel, omdat we niet meededen!
Bron: muziek-recensie.nl
ENSCHEDE, Muziekcentrum, vrijdagavond. Jubileumuitvoering van de Matthäus Passion van J.S. Bach in de versie van Mendelssohn, t.g.v. het 30-jarig bestaan van De Stichting Twentse Matthäus Passion. Uitvoerenden: Consensus Vocalis, Nederlands Symfonieorkest en solisten (o.l.v. Jan Willem de Vriend). Solisten: Christus- Marcos Fink, Evangelist- Jörg Dürmüller, Sopraan- Judith van Wanroij, Alt- Helena Rasker en Bas- Maarten Koningsberger.
Het 30-jarig bestaan van de Stichting Twentse Matthäus Passion wordt deze weken gevierd met drie bijzondere uitvoeringen van dit meesterwerk van Bach, in de versie zoals Felix Mendelssohn-Bartholdy deze in de 19e eeuw liet klinken. Het publiek dat het Enschedese Muziekcentrum vrijdagavond tot vrijwel de laatste stoel bezette, liet zich verrassen door Matthäus in een romantisch jasje. Eindelijk werd het majestueuze orgel weer eens ingezet en de klank van dit instrument is vele malen forser dan een koororgeltje, zo bleek.
De toevoeging van klarinetten gaf de orkestklank een romantische glans, passend in Mendelssohns tijd. De invulling van het continuo met voornamelijk lage strijkers, kwam op mij wat somber en sober over. De eerste grote verrassing bracht sopraan Judith van Wanroij, die de altaria ‘Buss und Reu’ zong. Ook ‘Erbarme dich’ staat bekend als altaria, maar werd in deze versie eveneens door de sopraan gezongen. Enerzijds heeft Van Wanroij een stem die ook de lagere tonen aankan, anderzijds laat Mendelssohn delen van de melodie oktaveren en dat versterkte de kippenvel-ervaring aanzienlijk. Des te minder was er te doen voor de alt, Helena Rasker. Zij schitterde wel in het duet met de sopraan, ‘Mond und Licht’ en ‘Ach, nun ist mein Jesus hin’, bij de aanvang van het tweede deel.
Ook het koor Consensus Vocalis moest zich het couperen van menig koraal laten welgevallen, maar des te meer energie konden de zangers kwijt in de overige koralen. De turbae zou ik bijna hun handelsmerk willen noemen: geen koor heb ik ooit meer felheid hierin horen leggen.
Van het uitstekend begeleidende Nederlands Symfonieorkest wil ik nog een instrument met name noemen: de prachtige begeleiding op hobo in de enige overgebleven tenoraria (hier dan ook door de evangelist uitgevoerd) ‘Ich will bei meinem Jesu wachen’. Dürmüller kweet zich overigens meer dan voortreffelijk van zijn andere rol. Ten slotte nog de twee bassen: Marcos Fink straalde autoriteit uit met zijn Christus- rol en Maarten Koningsberger liet in enkele erg fraaie aria’s horen dat hij diep in zijn hart meer past bij de ‘authentieke’ Bachinterpretatie.