Auteur: door René de Cocq
RECENSIE – DEVENTER Mooie momenten genoeg, in de jaarlijkse Matthäus Passion-productie onder leiding van Klaas Stok in de Deventer Bergkerk. Maar ook: indrukwekkende momenten, en aangrijpende.
De opstelling van de twee koren (en orkesten) tegenover elkaar in het hart van de kerk heeft zich al lang bewezen als een belangrijke toegevoegde waarde, door de accentuering van het spannende dialoogeffect op een aantal plaatsen in Bachs meesterwerk, maar deze keer was die werking wel heel effectief. In het felle Blitze und Donner-koor schoten bliksem en donder haast tastbaar door de ruimte.
De ontroering school deze keer vooral in de bijdragen van de alt Luciana Mancini, die niet alleen in het legendarische ‘Erbarme dich’ het hart raakte, maar ook in de aria’s ‘Ach, nun ist mein Jesus hin’ en ‘Können Tränen’ grote indruk maakte. En natuurlijk ook in de rol van tenor Nico van der Meel, die als Evangelist niet alleen de verteller was, maar vooral de geëmotioneerde ooggetuige van het lijdensdrama.
De meeste andere solisten leverden gedegen werk, met als hoogtepunten de bas Mattijs van de Woerd in de gamba-aria ‘Komm süsses Kreuz’, de tenor Noils Giebelhausen in het recitatief ‘Mein Jesus schweigt’, de bas Marc Pantus in het vertwijfelde ‘Eli, Eli, lama sabathani’. De sopraan Miriam Allan beschikt over een te klein stemgeluid om in deze kerkruimte te overtuigen.
De twee (kamer)koren van Klaas Stok zijn aardig aan elkaar gewaagd, al telt het Twentse koor wat meer echt geschoolde stemmen. Van dat laatste maakte Stok goed gebruik door enkele koorzangers in te zetten voor kleine solistische bijdragen. Dat de koren ver van elkaar staan leverde een of twee keer een kleine ongelijkheid op, maar Stok is vakman genoeg om dat meteen weer recht te krijgen.
Het Stadsjongenskoor Oldenzaal leverde in het eerste deel, in de twee stukken waarin het een rol vervult, markante bijdragen.