(Bron: de Stentor – Deventer Dagblad – 7 april 2007)
Door René de Cocq
DEVENTER – De koralen die door Bach in zijn Matthäus Passion zijn ingevoegd (als illustratie van de emoties die de kerkgemeente te vangen bij het volgen van het Lijdensverhaal) zijn van origine kerkliederen.Maar in de visie van dirigent Klaas Stok hebben ze niets devoots of bezonkens: hij ‘neemt’ ze in haast onwerkelijk hoog tempo en laat zijn koren (ook daar) flink van leer trekken, ze worden bijna allemaal zowat fortissimo gezongen. Wel heel expressief natuurlijk, zoals de MatthäusPassion door Stok in zijn geheel van grote uitdrukkingskracht is.Illustratief daarvoor is ook de aanpak van tenor-evangelist Nico vander Meer, een veteraan van hoog niveau, die de volgepakte kerk dwingend meenam in de strijd die Jezus te voeren had in zijn laatste dagen.
Met de Passion in kruisvorm, zoals die in de Bergkerk wordt uitgevoerd,maken Stok en de zijnen het zich niet gemakkelijk. En het publiek ook niet: de zichtlijnen bijvoorbeeld zijn hier en daar nogal verstoord(wat met het neerzetten van videoschermen maar deels wordt opgevangen).
De geluidsbalans is ook niet ideaal: een zanger die van je weg zingt is nu eenmaal minder goed te horen dan een die naar je toe zingt. Maar aan de andere kant is er de winst van het ‘stereo-effect’: de wisselwerking tussen de beide koren is spannend en effectvol, en het is hee lbijzonder als een solist met een klein ensemble aan de ene kant te horen is en zijn aria aan de andere kant door koor en orkest wordt ondersteund.
De twee koren waren vrijwel gelijkwaardig van kwaliteit en zongen,steunend op de sterke slag van Stok, met grote accuratesse. Van de solisten maakte de uit het rijke Duitse operacircuit opgediepte basGünter Papendell grote indruk met een machtige Christuspartij.Countertenor Maarten Engeltjes, gezegend met een wonderbaarlijk warm geluid, maakte vooral van de aria ‘Können Tränen meiner Wangen’ een wondertje. Tenor André Post en bas Tobias Scharferberger vulden hun partijen adequaat in; sopraan Nienke Oostenrijk mist ietwat het volume dat de Bergkerk vraagt.
Enkele kleine rolletjes (hogepriester, maagden, getuigen) werden uitstekend gezongen door solisten uit de koren; een goede graadmeter voor de grote stemmenkwaliteit in de beide ensembles.