Toekomstmuziek

Aangezien ik vandaag met een aantal mensen in discussie ging die naar de lezing van Jan Rot waren geweest hierbij de column van Maritgen Matter die ik via een van de leden van Consensus Vocalis toegestuurd heb gekregen.

ANP – Naarden, 22 maart 2008
(van onze correspondent) – Bij de ernstige schermutselingen gisteren rond de kaartverkoop van de Mattheüspassion in Naarden zijn gelukkig geen gewonden gevallen – zoals vorig jaar bij de première van de humanistische Mattheüshertaling van Jan Rot. De taferelen aan de kassa van de Grote Kerk logen er echter niet om. Het publiek was wederom massaal toegestroomd om de gloednieuwe, ditmaal atheïstische versie van Volkskrant-columnist Pieter Vroom te consumeren. De ingang van de kerk werd echter geblokkeerd door enkele honderden militante christenen, die gewapend met spandoeken en rookbommetjes de concertgangers de weg probeerden te versperren. Vervolgens raakten enkele getergde concertgangers slaags met een groep radicaalchristelijke jongeren. Pas nadat de ME met een waterkanon de orde hersteld had, kon de première alsnog met enkele uren vertraging plaatsvinden.

Vorig jaar leek de publieke incasseringslimiet reeds ruimschoots bereikt. Rots openingslibretto ‘Zie! Wie? Je medemens! Zie! Wat? Ze slaan hem lens!’ zorgde al voor uitslaande brandjes in religieus Nederland. Jan Rot sprak zelf trots van ‘een revolutietje’ en had in zijn vernieuwingsijver de Verlosser gereduceerd tot een historische humanist, die domweg het slachtoffer wordt van zinloos geweld en daarbij niet door buren of omstanders geholpen wordt. In plaats van gekruisigd wordt deze Jezus gehangen omdat dat rijmt op gevangen. De Moeder Gods valt even later van haar geloof in ‘Maria huilt,’ de hertaling van ‘Erbarme Dich’ – waarbij het vocaal ook nog de vraag is hoe lekker die ‘ui’ zingt. Op de vraag waarom Rot van Gods Zoon een gewone man had gemaakt, antwoordde deze openlijk ‘niet in God te geloven’ en dat we ‘het allemaal zelf moeten doen’. De storm van maatschappelijke onrust die daarop losbrak, deed denken aan de dagen van Luther en Fortuyn. Dit verbaasde zelfs de internationale moslimgemeenschap, die de beelden live op Al Jazeera uitzond.

Dit jaar verliep Pasen gelukkig een stuk rustiger. De integrale atheïstische Mattheüstekst was met vooruitziende blik door het ministerie van Cultuur vooraf gepubliceerd in alle dagbladen. Ook de aanhoudende televisiedebatten over de betekenis van zinnetjes als ‘Ik kap ermee’ (in Vrooms hertaling de laatste woorden van Jezus) hadden blijkbaar de ergste stoom van de ketel gehaald. Vroom, die zichzelf in de media inmiddels tot boegbeeld van het vrije woord had gebombardeerd, onthulde onlangs dat hij de naam Jezus eerst had willen vervangen door Theo – maar trok dat voornemen weer in vanwege bedreigingen aan zijn adres. ‘Raar hoor,’ aldus Vroom. ‘Als je weet dat Theo god betekent, dan moet iedereen toch tevreden zijn?’ Op de vraag wat de toegevoegde waarde van deze Mattheüs is, postuleerde Vroom: ‘De atheïsten hebben als goddelozen nooit een eigen Passie gehad. Dat is pure rechtsongelijkheid – en dat heb ik mij aangetrokken. Verder is het natuurlijk leuk om als columnist eens een wat langer tekstje te produceren. Wat mij betreft is dit een hele gezellige Passie geworden, waar alle ongezonde religieuze elementen uitgehaald zijn. Daar krijgt iedereen toch maar ruzie over.’ Desondanks moest het kerkgaande publiek bij de première op Goede Vrijdag beschermd worden door een haag van gewapende agenten, omdat zo’n duizend christelijke betogers psalmzingend en halleluja-scanderend door de Naarder binnenstad trokken. VJ Killboy uit Amsterdam, gecontracteerd om het Passiespektakel in de Bergkerk te Deventer op te luisteren, werd aldaar onder politiebegeleiding binnen geloodst. Zijn psychedelische diaprojecties zorgden in aansluiting op het libretto voor een happening die geen minuut verveelde – want het blijft voor velen een hele ruk, zo’n drie uur stilzitten. Er wordt dan ook, na de succesvolle Mattheüs-sing-in’s van het afgelopen jaren, gewerkt aan een Mattheüs-swing-in, waarbij de hele nacht in de kerk gehoused en gechilled kan worden. Voor dit doel werd de saaie Passiemuziek van Bach voorzien van een lekker doordreunende bassline. Deze Mattheüsversie is op dit moment bij drogisterijketen Kruitvat te koop in een cd-box voor € 4,95. Binnenkort zullen nog een R&B-, latin jazz-, punk- en techno-Mattheüs volgen. Librettisten zijn daarbij niet meer nodig. De tekst is namelijk geheel komen te vervallen en naar verwachting zal hetzelfde gebeuren met de muziek.

Er wordt in den Haag op dit moment druk gespeculeerd over de mogelijkheid de oorspronkelijke Mattheüspassion van Bach te verbieden op grond van staatsveiligheid, omdat tekst en muziek teveel aanleiding zouden geven tot religieuze ongeregeldheden. Overtuigd atheïst Vroom zal dan de geschiedenis ingaan als de allerlaatste Mattheüslibrettist. Had Vroom nog een boodschap verwerkt in zijn versie? ‘Ja. Het leven gaat gewoon nergens over, en dat moet je accepteren. Misschien is het een ode aan het einde van onze cultuur. Het is volbracht,’ grinnikt Vroom.

Gezien de ontwikkelingen wordt er voor de toekomst geen religieuze passie meer verwacht. Wederopstanding is echter niet uitgesloten.

100 minuten

Tussen alle Matthäussen door ben ik ook nog gevraagd enkele workshops stemvorming te geven in het kader van een themaweek op een middelbare school. Leerlingen in klas 1 en 2 krijgen gedurende één week allerlei workshops aangeboden op het gebied van theater. Er wordt in groepen gewerkt van maximaal 16 leerlingen en ze hebben zelf een pakket aan workshops samengesteld. De workshops duren twee lesuren dwz 100 minuten en dat is best lang! Het is erg leuk om weer eens op zo’n school rond te lopen. Zo kom ik er gelijk bekenden tegen, waaronder een oud studie- en huisgenoot die daar nu de muzieklessen geeft. Petje af voor de muziekdocenten. Ik benijd ze niet, het is een moeilijk vak.

Gisteren heb ik de eerste workshop gegeven aan tweede klassers. Na even de grote hobbel te hebben genomen van 15 jongelui die verwachtingsvol naar je zitten te kijken en denken: wat gaat die hier doen, verliep de les heel erg leuk. Ik heb ze zowaar met plezier aan het zingen gekregen en tot slot een gedicht laten voordragen. Eigenlijk kwam ik tijd te kort. Na afloop bedankte een aantal jongelui me zelfs voor de leuke les en vochten ze er bijna om wie het keyboard terug mocht brengen naar het muzieklokaal.

Dat was vandaag wel anders bij de eerste klassers. Het was ook erg leuk maar ook veel onrustiger en dan duurt 100 minuten erg lang, ook voor de leerlingen zelf. Het was een groep met alleen jongens en alhoewel ik daar aan gewend ben liep het voor mijn gevoel niet helemaal lekker. De fysieke oefeningen gingen redelijk geconcentreerd, het spreekkoor ging perfect maar toen was de koek een beetje op. Ze hebben het erg goed gedaan maar een en ander kwam niet goed uit de verf. Dat ga ik morgen weer anders doen.

Stadsjongenskoor doet hoofdstad aan


Generale repetitie in de Hofkerk te Oldenzaal
Na gisteravond te hebben gerepeteerd in de Hofkerk te Oldenzaal met Jan Willem, alle solisten, Consensus en het Amsterdamse Combattimento, reden vandaag twee bussen vol zangers uit Twente richting westen. De reis verliep zeer voorspoedig, we hadden geen files dus we waren ruim op tijd in Amsterdam. Dat betekent dus weer wachten. Ik had graag vooraf de jongens de kerk willen laten zien en daar inzingen, maar dat ging niet want beide orgels moesten nog worden gestemd en dan moet je daar geen 30 jongens rond laten lopen. Er zat niets anders op dan in de koffieruimte in te zingen. Daar hebben we even aandacht geschonken aan het feit dat (violist) Jan Willem een orkestdirigent is en anders dirigeert dan de (zanger) Klaas. Het kwartje was goed gevallen want tijdens de klankrepetitie ging de communicatie een stuk beter dan tijdens de generale.

De Westerkerk wordt onder vakmensen beschreven als “galmbak” en wat dat betreft was het jammer dat de kerk niet totaal uitverkocht was, want veel mensen in de kerk komt de akoestiek meestal ten goede. De jongens zongen vanaf de balustrade, daar waar de foto links is genomen. Tijdens de klankrepetitie bleek dat het contact tussen dirigent en koor goed was, dus deze repetitie was ook weer snel afgelopen. Dat betekent dus weer wachten. Aangezien er in de Westerkerk niet veel plek is om te wachten was besloten de bus nog een keer voor te laten rijden. Tijdens deze rondrit werd het brood opgegeten en het pak aangetrokken. Geen ideale situatie maar het ging prima. Onderweg zagen de jongens nog enkele dames voor de ramen zitten, dus de stemming zat er goed in.

Na nog een half uur te hebben gewacht voor ze het podium op mochten klonken daar eindelijk de eerste noten van het openingskoor. De jongens hebben onder deze omstandigheden erg goed gezongen want het was beslist niet gemakkelijk. Zo maar een vreemde dirigent, een enorm grote kerk en zingen met een orkest dat op moderne instrumenten speelt. En dit heeft meer dan alleen consequenties voor de toonhoogte. Ik heb echter helemaal achter in de kerk staan luisteren en ze waren prima te horen.

De terugweg verliep zoals verwacht weer zeer voorspoedig zonder files. De jongens waren heerlijk uitgelaten in de bus, er werd veel chips gegeten, moppen getapt, dvd gekeken, drop rondgedeeld, paaseitjes, mierzoete sapjes, wine gums, spelletjes gespeeld, gezongen, geslapen, geklierd en veel gelachen.

Een beetje jaloers zijn we wel hoor! Consensus en het Combattimento reizen af naar Spanje om daar twee Matthäussen “te doen” …. met een Spaans jongenskoor. We zijn benieuwd naar de reacties!

Stadsjongenskoor nu ook te horen op rij 1!

De jongens van het Stadsjongenskoor hebben het gisteren uitstekend gedaan. De opstelling in de Plechelmusbasiliek is zodanig dat de jongens zich van hun allerbeste kant moeten laten zien willen ze op de eerste rij te horen zijn. “Vroeger” zat het jongenskoor altijd op het priesterkoor tussen koor I en II in. Met de komst van Klaas Stok de huidige dirigent van Consensus Vocalis is daar verandering in gekomen en zingen de jongens helemaal achter in de kerk op de koorzolder. Zo is de omgekeerde situatie onstaan van hoe het waarschijnlijk in de tijd van Bach werd uitgevoerd. Al in Bach’s tijd werd er gesproken over het theatrale effect van de opstelling. In de Thomaskirche in Leipzig stonden de twee koren achter in de kerk in de breedte tegenover elkaar. Het derde koor, de soprano in ripieno, stond op het priesterkoor rondom het altaar en zong er in de lengte tegenin. Hierdoor ontstond er een kruisvorm die ook in het stuk zelf terug te vinden is. In het geval van de Plechelmusbasiliek in Oldenzaal moet er een afstand van ruim 60 meter worden overbrugd voordat het geluid bij de eerste rij is aanbeland. Dat lukt nooit om dat allemaal mooi gelijk in de maat te krijgen zal de kenner dan zeggen. Nee, maar daar is iets op gevonden. Halverwege de kerk sta ik precies midden in de kruisgang, tussen het publiek. Ik dirigeer de jongens zelf: een hele eer!

Goed luisterend tacteer ik vanaf het begin mee zodat de jongens gewend raken aan het feit dat mijn slag niet precies gelijk is aan wat ze horen. Een paar maten voor hun eigen inzet versnel ik mijn slag nog een heel klein beetje en dan geef ik de inzet en moet de melodie met veel “gang er in” gezongen worden. Het is een heel geconcentreerd werkje en heel erg leuk om te doen. Voor het publiek dat om me heen zit is het een hele belevenis. De beste plaatsen heb je in de Plechelmus dus niet op de eerste rij, maar in het midden. Het is erg moeilijk voor het jongenskoor om de hele kerk vol te zingen vooral als er ook nog een twee koren en orkesten klinken. De eerste jaren kwamen we tot rij 8, vorig jaar tot rij 4 en dit jaar kwamen mensen van de eerste rij na het concert spontaan en enhousiast naar me toe dat ze de jongens hadden gehoord! Nu moet ik ook zeggen dat Klaas Stok dat fantastisch doet, hij geeft het koraal dat het jongenskoor zingt muzikaal alle ruimte om mooi tot klinken te laten komen.

Morgen zingen we in de Westerkerk in Amsterdam samen met Consensus Vocalis en het Combattimento Consort olv Jan Willem de Vriend. Andreas Weller, tenor (Evangelist), Geert Smits, bas (Christus), Lisa Larsson (sopraan), Christoph Dumaux (countertenor), Andreas Post (tenor), Thomas Bauer (bas) Aanvang 19.30 uur.

Stadsjongenskoor klaar voor de Matthäus-Passion

Na een gedegen voorbereiding staan de jongens vanavond weer klaar voor de generale repetitie van de Matthäus-Passion van Bach. Voor de jongens is een belangrijke taak weggelegd in het openingskoor en het slotkoor van het eerste deel.

De Matthäus-Passion is een dubbelkorig werk. Dit wil zeggen dat het geschreven is voor twee koren en twee orkesten en solisten, die soms tegelijkertijd spelen en zingen, maar vaak ook alleen of in dialoog met elkaar. Het jongenskoor zingt de Soprano in repieno partij wat zoiets betekent als “aanvulling”.

In het openingskoor hebben ze een hele dankbare en mooie rol. Ik leg de (nieuwe) jongens ook altijd uit waar het over gaat en welke muzikale taak ze hebben. Het koor van volwassen mensen zingt namelijk vrij serieuze muziek, die in een (e) mineur toonsoort staat. Ze dragen een zware last op hun schouders, je kunt het horen in de muziek. Het eerste koor vraagt of alle mensen mee willen treuren en stil te staan bij het lijdensverhaal dat gaat klinken. Het tweede koor zijn de mensen van nu, die het verhaal mee beleven. Het jongenskoor “vult” het geheel aan en gaat voor verlossing zorgen. Ze maken het lijden draaglijk en ze zingen een melodie in (G) majeur! Ze zingen als engelen het koraal O Lamm Gottes, unschuldig hoog boven de twee koren en orkesten. Ze zorgen in moeilijke tijden met hun lichte en frisse stemmen dat grote mensen even aan andere dingen denken en getroost worden.

Als het openingskoor geweest is begint het “lijden” van de jongens. Hiervan zijn ze zich erg goed bewust en ik bereid ze daar ook op voor. Ze moeten namelijk bijna een uur stilzitten voordat ze weer mogen zingen. Nu weet ik dat de meeste volwassen mensen het ook erg moeilijk vinden om een uur lang stil te zitten, dus ik heb ook voor dat gedeelte van het concert altijd erg veel waardering. Er is erg veel dan wat niet mag en de tijd duurt gewoon erg lang. Ze mogen beslist niet praten en op hun stoel draaien en wippen. Ze mogen niet uitgebreid gapen zonder hand voor de mond, niet omkijken en niet pieren met de buurman. Ze mogen wel meelezen in de tekstboekjes en zeker de oudere jongens beginnen nadat ze het stuk meerdere keren hebben gehoord steeds meer plezier aan te beleven. Ze horen verschillen en geven ook hun ongezouten mening over de dirigent, solisten en het koor. Vooral omdat ze zelf geen steekje mogen laten vallen, weten ze vaak na 5 jaar nog precies welke dirigent, in welke maat, een inzet heeft gemist! Voor de jongere jongens is het heel erg moeilijk, dat wachten. Ik ben me daarvan bewust. We hebben een aantal begeleiders ernaast zitten die de jongens helpen herinneren als ze iets doen wat niet mag. Verder geef ik ze als tip de tafel van 13. 17 of 19 te oefenen, de stenen te tellen, de mannen met snor, tot 5000 te tellen, zelf een verhaal te verzinnen of te luisteren.

Tijdens het koor Sind blitze, sind Donner worden ze altijd erg onrustig en klinkt er een zucht van verlichting door het koor (en de begeleiders). Ze mogen bijna weer! Daarna nog één recitatief en mogen ze staan voor het slotkoor. Bij het slotkoor van het eerste deel zingen ze samen met de sopranen van koor I en II. Dat geeft extra spanning om de boel gelijk te krijgen. Het is een genot om naar te luisteren. Vooral in de zinnen Den Toten er das leben gab, Und legt’ darbei all Krankheit ab zijn de jongens op hun best omdat de hoge ligging daar zo lekker klinkt. Met de zin Trüg’ unser Sünden kunnen ze nog eenmaal boven het geheel uitkomen om met een hele lange toon op het woord lange te eindigen. Na de slottoon blijven ze muisstil staan omdat ze weten dat de muziek moet uitklinken. Niet alleen in de akoestiek van de kerk maar ook in het publiek zelf.

Op 4 april zingt het Stadsjongenskoor de Matthäus-Passion in de Plechelmusbasiliek te Oldenzaal o.l.v. Klaas Stok m.m.v. Consensus Vocalis en Concerto d’Amsterdam. Op 6 april zingt het Stadsjongenskoor de Matthaus-Passion in de Westerkerk Amsterdam o.l.v. Jan Willem de Vriend m.m.v. Consensus Vocalis en het Combattimento Consort Amsterdam.

Hierna vliegt het geheel naar Spanje helaas zonder het jongenskoor om concerten te geven in de Basilica de Sant Francesc te Palma de Mallorca en Palau de la Musica te Valencia.

Daarna op 13 april zingt het Stadsjongenskoor de Matthäus-Passion in het Muziekcentrum Enschede o.l.v. Klaas Stok m.m.v.Consensus Vocalis en Concerto d’ Amsterdam en tot slot zingen we op 14 april in de Bergkerk Deventer ook o.l.v. Klaas Stok met het Deventer Vocaal Ensemble, Consensus Vocalis en Concerto d’Amsterdam.

Moet je doen

Vandaag de eerste thema lessen gegeven aan de Montessorischool ‘t Zeggelt te Enschede in het kader van Moet je doen: drama. “Moet je doen” is een pakket van methodes voor de expressievakken voor groep 1 t/m 8 in het basisonderwijs. De methoden zijn speciaal ontwikkeld voor scholen die de kinderen de verschillende expressievakken willen aanbieden. De methode “Moet je doen” bestaat uit de onderdelen: dans, drama, handvaardigheid, muziek, tekenen en expressie voor kleuters. Alhoewel iedere niet gespecialiseerde leerkracht met de methode uit de voeten kan, heeft de school waar ik vanmorgen ben geweest ervoor gekozen een aantal vakmensen te vragen voorbeeldlessen te geven.

De komende weken geef ik, via Concordia Onderwijs, in het kader van het onderdeel drama aan iedere groep van deze school een voorbeeldles. Mijn les heeft als doel de kinderen uit te dagen op een andere/expressieve manier met hun stem om te gaan. Zo heb ik met de kleuters bijen met vogels laten praten, de middenbouw heeft de kleuterjuf bang gemaakt en de bovenbouw heeft onzin uitgekraamd. Het waren enerverende maar hele leuke lessen. Ik heb er nog een flink aantal te gaan. Het siert deze school enorm om de kinderen deze lessen aan te bieden. Ik hoop dat ik de leerkrachten kan inspireren om meer uit de methode te halen.

Josquin de Prez

Josquin des Prez (1440-1521) wordt ook wel Prins van de muziek genoemd. Waar hij precies geboren is weet men niet. Vermoedelijk ergens in Bourgondië. Hij begon als koorzanger in Milaan, was later verbonden aan de pauselijke kapel te Rome, hij verbleef aan het hof te Lotharingen, stond in contact met Lodewijk de XII van Frankrijk, verbond zich aan het hof te Ferrara en stond in contact met het huis van Habsbrug. Aan het eind van de 15 e eeuw was hij als een van de eerste musici van zijn tijd een beroemd en begeerd man. Vanaf 1501 verschijnt bij Petrucci in Venetië een groot deel van zijn werken in druk.Iets dat zeker heeft bijgedragen aan zijn grote bekendheid. Zeker is dat Josquin in 1479 geestelijke werd en zijn diepe religieuze beleving is de voornaamste inspiratie voor zijn composities.

Josquin is een van de voornaamste componisten van de Renaissance. Kenmerkend voor zijn muziek zijn de grote doorzichtigheid en de hechte structuur, waarbij de muziek nauw aansluit bij de tekst. Hij heeft veel missen, motetten en chansons geschreven. Maarten Luther was een groot bewonderaar van Josquin: “Er ist der Noten Meister, die haben müssen machen, wie er wollt”.

In de tijd van Josquin schreef men muziek in de zogenaamde mensurale notatie. Dit is een manier van noteren waarbij uit de vorm van de de duur van de toon kan worden afgeleid. Voor de huidige koorzanger is dit even wennen, men leest de noten zonder maatstrepen. Vroeger stond men met z’n allen rond één muziekstandaard uit een groot koorboek te zingen. Zie ook hier.

Luister naar het Kyrie uit de Missa L’homme armé.

Ben Heppner

Om Mart Smeets en zijn collegae een beetje te helpen, vertel ik even wie die “solozanger” was die op grandiose wijze het Canadese volkslied zong tijdens de afsluiting van de Olympische Winterspelen in Turijn. Ik herkende hem meteen als de wereldberoemde Canadese tenor Ben Heppner .

Twee jaar geleden had Egbert het goede idee om naar een recital van deze man te gaan in het nieuwe Konzerthaus te Dormunt. Een fantastische avond hebben we gehad. Wat kan die man zingen en met welk gemak. Ben Heppner, een tenor met een enorme staat van dienst en een van de grootste tenoren van zijn tijd.

Transformatie in Roombeek

Er wordt flink gebouwd in het voormalig rampgebied in Enschede. Er zijn al veel mooie huizen klaar, nieuwe/oude straten zijn weer vol leven, en de eerste winkel opent voorzichtig haar deuren. Ook cultuureel is er al weer veel te beleven. Veel Enschedese kunstenaars hadden hun atelier in het rampgebied vandaar dat er bij de wederopbouw veel aandacht is voor kunst.

Vandaag heb ik de de multidisciplinaire groepsexpositiee “Tranformatie” bezocht in het Balengebouw te Roombeek Enschede. Zomaar nog een museum bij ons in de buurt op loopafstand. Op 600 vierkante meter ruige tentoonstellingsruimte is werk te zien van ruim 30 Enschedese kunstenaars. Het thema “Tranformatie” is uitgewerkt in foto’s, schilderijen, tekeningen, installaties, grafiek en multimedia. Inspiratiebron is de veranderende wijk Roombeek.

Zo’n oude fabriekshal levert al snel een ruig decor op voor de kunstwerken. Het in de jaren ’50 gebouwde Balengebouw was oorspronkelijk bedoeld voor de opslag van katoenbalen. Het maakte onderdeel uit van de katoenspinnerij De Bamshoeve die sinds 1896 op het terrein tussen de Lasondersingel, de H.B. Blijdensteinlaan, de Schurinksweg en de spoorlijn naar Lonneker gevestigd was.

Een prachtig gegeven was dat je naast de de kunstwerken een soort levende schilderijen zag: de ramen waardoor je naar buiten keek. De wederopbouw is nog in volle gang.

Verder vond ik het opvallend hoeveel bekenden in er vandaag tegenkwam zowel onder de kunstenaars als onder de bezoekers. Kennelijk ken ik onwillekeurig heel erg veel Enschedese kunstenaars en kunstliefhebbers. Erg leuk om iedereen eens tijdens een expostitie te ontmoeten en te beworderen in plaats van met ze te kletsen in het beroemde Bolwerk.

Er viel veel te zien.

De expositie is nog te bezoeken tot en met 26 februari. Toegang gratis.

Open dag Februari Muziekmaand groot succes!

Vandaag gaf onder andere het Oost Nederlands Kamertjeskoor een kort promotieconcert in het kader van de open dag van Februari Muziekmaand.

Onder zeer grote belangstelling traden verschillende koren, dansgroepen, muziekverenigingen op in de Jacobuskerk en de Grote Kerk aan de oude markt in Enschede. Verenigingen hadden naast dat ze van zich konden laten horen, ook de mogelijkheid gekregen middels een promotiestand in de Grote kerk reclame voor zichzelf te maken. Hier was zeer goed gebruik van gemaakt zodat het in de Grote Kerk een gezellige bedoening was, waardoor alles een vrolijk en spontaan karakter kreeg. Koorleden, dansers, blazers en vele anderen bleven naar elkaar luisteren en het was dan ook niet verwonderlijk dat je er vele bekenden tegen kwam. Erg leuk en verassend waren de cross overs: klassieke koorzang/ HipHop en moderne dans/ breakdance. Hulde voor de organisatoren want alles was tot in de puntjes verzorgd. Volgend jaar gaan we zeker weer meedoen

Het ONKK heeft zich van haar beste kant laten zien door een goed en ontspannen optreden neer te zetten. Ook de stand zag er leuk uit en was “bemand” door een aantal dames die iedere man bij de lurven pakten om te vragen of ze tijd hadden om te zingen. Er was 1 man die beloofd had mij te bellen!

Tijdens het aankondigen van de liederen zorgde ik nog voor een hilarisch moment door te vertellen dat een van de liederen ging over als het buiten warm is en je steekt je hoofd door het open raam, je de ijskoude wind voelt snijden in je gezicht. En dat voor een dochter van een weerman…