Buitenleven

Vanavond gaf het ONKK (Oost Nederlands Kamertjeskoor) een concert met als thema Buitenleven. Het ONKK opende het concert met Robert Schumann‘s Zigeunerleben. Dit is de derde in een serie liederen op gedichten van Emanuel Geibel. Schumann iseen meester in het treffen van de sfeer van de tekst in de muziek. InZigeunerleben gebruikt Schumann Geibel’s kleurrijke beschrijving van eenZigeuner kamvuur. Het stuk begint met een beschrijving van een bos metmysterieuze schaduwen en fluisterende takken. De twee bovenstemmen bewegen zichparallel zoals je vaak hoort in Zigeuner vioolmuziek. Met het stijgen van devocale lijnen laait het vuur op; verhalen en liederen klinken, meisjes metzwarte ogen dansen wild op gitaarmuziek, maar als het daagt in het oostenverbleken al deze mooie nachtbeelden. Waar gaan ze heen? Als pianist geeft Schumann vaak depianopartij ook een gelijkwaardige rol in zijn stukken zoals te horen inZigeunerleben. De pianopartij is geschreven met gebruik van de zigeunertoonladder a mineur met een verhoogde kwart. De vorm van het stuk volgt detekst. Het verschijnen en verdwijnen van de zigeuners staat in e mineur terwijlhet middengedeelte wat de activiteiten rond het kamvuur beschrijft eten,drinken, zingen, dansen in majeur staat.

Daarna speelde Gerard van Kempen Consolations Nr. 2 en 3 van Franz Liszt (1811-1886). Liszt was de een van de grootste pianovirtuozenaller tijden en behaalde grote triomfen tijdens zijn reizen door heel Europa.

Daarna zong het ONKK  van Antonín Dvořák (1841-1904)  Sechs Klänge aus Mähren in de bewerking van LeoÅ¡ Janáček.Voor Antonin Dvorakwas de Tschechische natuur- en volksmuziek een voortdurende bron vaninspiratie. Al aan het begin van zijn carrière schrijft hij twee verzamelingenvan duetten op Moravische teksten. In 1884 koopt Dvorak een stuk landgelegenbij het dorp Vysoka en laat daar een huis bouwen. Veel van zijn muziek is opdie plek ontstaan, geïnspireerd door de natuur aldaar. Wandelkameraad Leos Janacekmaakte van zes deze Moravische liederen een vierstemmige bewerkingen voor koor.Hij gebruikte daarbij de originele pianopartij.

Gerard van Kempen speelde daarna van Anton Stephanowich Arensky (1861-1906) Uit 24 morceaux characteristiques op. 36:Concertetude in Fisen Le ruisseau dans la foret. Anton Arensky’s stijl onderging vele invloeden: Chopin, Tchaikovsky,Mendelssohn. Hij componeerde een aantal pianoconcerti waarin Chopin’s stijl, inde vorm van subtiele versieringen en zangerige melodieën, duidelijk hoorbaaris.

Tot slot zonge ONKK samen met pianist Gerard van Kempen van Sir EdwardElgar (1857-1934) de liederen cyclus Fromthe Bavarian Highlands. Edward Elgar heeft veel fraaiemaar ook soms “zware” koormuziek geschreven. Zijn a capella koorwerken zijn ergbekend en worden graag gezongen door kamerkoren. In From the Bavarian Highlandsmaken we kennis met de “lichtere kant” van de Elgar. Vanaf 1890 bracht defamilie Elgar enkele jaren door op vakantie in Zuid Beieren. Het gebied had in die tijd niet delevendigheid die het nu heeft. Hierdoor brachtende Elgars de avonden meestal door in lokale uitspanningen om met eendrankje te genieten van volksmuziek en dans uit de streek. Overdag wandelden zeveel en genoten van de natuur. Al tijdens hun vakantie in Beieren schreef zijnvrouw Alice zes gedichten in de stijl van Beierse volksliederen. Toen ze in1894 terug kwamen in Engeland begon Elgar deze gedichten op muziek te zetten.De invloeden van de genoten vakantie zijn duidelijk te horen in de muziek. Elgar schreef de liederen oorspronkelijk metpianobegeleiding en schreef de orkestrale versie later.

Volg en like ons:
onpost_follow
Tweet
Share