Gisteren was het dan zover: het concert in de Smetenazaal van het Obceni Dum. Voor dit koor was het de eerste keer dat ze op zo’n groot podium stonden, letterlijk én figuurlijk. Voor de concerten in Praag heb ik bewust gekozen om in wisselende opstellingen te zingen en wat te experimenteren met beweging en expressie.
Het eerste lied Sonntag van Mendelssohn zongen we in één rij: een halve cirkel. Het eerste couplet ging nog wat aarzelend omdat we erg moesten wennen aan de akoestiek maar gaandeweg het lied vorderde kreeg ik er steeds meer vat op. Het contact met pianist Dennis Vallenduuk was ook goed en de vleugel klonk mooi helder. Bij het Ave Maria van Nieland wisselden we van opstelling: in twee rijen, alle stemmen door elkaar. Niet zonder risico: zouden de jongens elkaar wel horen? Maar dat ging goed en vanaf dat moment wist ik dat de rest ook zou gaan. Het up tempo Gloria van Lightfoot ging in dezelfde opstelling en werd net als de vorige twee liederen hoorbaar gewaardeerd door het publiek.
Daarna kwam weer een spannend moment: zingen zonder dirigent en bewegen op het podium. Tijdens Mad World moesten de jongens op afgesproken momenten door elkaar lopen om vervolgens verspreid over het hele podium strak stil te staan en recht de zaal in te zingen. Mijn instructie vooraf om het podium met een derde te verkleinen werdverbluffend goed door de jongens opgepikt. Ze bleven tijdens het lopen mooi compact bij elkaar zodat ze goedcontact hadden. Het applaus na dit lied was overweldigend en hield maar niet op! En aangezien het volgende lied ook zonder dirigent ging… bleef ik bij de vleugel zitten en gaf ik alle eer aan de jongens. Wat een mooi moment was dat! Tijdens het voorspel van Those Caanan days van Lloyd Webber werd er weer van opstelling gewisseld. Vanuit het strakke van Mad World ging het in een paar passen over in een ongedwongen houding. Ik heb zeer veel bewondering Jaap Oude Groote Beverborg, onze solist. Beide avonden heeft hij uit het hoofd gezongen, heel goed en met volle overtuiging: klasse! Tijdens het naspel van dit lied liepen de jongens naar de klassieke opstelling in twee rijen. One more angel in heaven, blijft een uitdaging op het naar het einde toe goed uit te zingen. Het ging op zondag weer beter dan zaterdag! Dat geldt ook voor I only have eyes for you maar ook dat ging echt heel behoorlijk.
Bij het slotlied Now we lift our glases high had Floris zich op een bijzondere manier een solorol toegeëigend: hij had zaterdag in een stad een hele mooie versierde bierpull gekocht en vroeg zich af of hij die bij het optreden mocht gebruiken. Natuurlijk wat een goed idee! En zo werd Floris (16+) de aangever van het proosten. We zongen weer in dezelfde opstelling als waar we het concert mee begonnen maar dan uitbundig en naar mate het lied vordert zelfs in beschonken toestand. In het lied zit naar het eind toe een fermate waarbij het publiek zou kunnen denken dat het stuk is afgelopen. Om dat punt wat uit te buiten mochten de jongens de map met een harde knal dichtklappen. Er gebeurde precies wat ik had verwacht maar dan in de overtreffende trap: het applaus barste los… maar het stuk was nog niet afgelopen! De jongens mogen bij de laatste maten werkelijk zwalkend over het podium gaan en vals zingen. De laatste vier maten moeten dan strak eindigen. Ze deden het fantastisch! Er brak een ovationeel applaus los, met gejuich en bravo geroep. Men ging zelfs staan en zeker in het buitenland is dat niet erg gebruikelijk.
Niet alleen de jongens hebben er een prachtige ervaring bij, maar ook Dennis en ik hadden dit voor geen goud willen missen. Het Jongemannenkoor werd door iedereen de hemel in geprezen en ik heb nog nooit zoveel complimenten gehad. We krijgen nog een beoordeling van de jury op schrift maar Paul Leddington Wright noemde in zijn toespraak al vast één aspect van ons optreden dat hij erg goed en heel belangrijk vond: you manage to make contact with the audience en give them a real good time. Very well done!