Opera Boris Godunov

De 38 jongens van het Stadsjongenskoor zijn momenteel heel erg druk met het repeteren voor de opera Boris Godunov.  Binnenkort zullen ze dit werk samen met de Nationale Reisopera en het Gelders Orkest onder leiding van Vasily Petrenko in heel Nederland opvoeren.

Met zo’n grote groep jongens meedoen aan zo’n grote productie vergt een hele andere aanpak dan een gewoon concert geven. De eerste twee repetities waren een ware cultuurbotsing. Een groep van 38 jongens brengt best veel lawaai met zich mee. Ik ben daar wel aan gewend maar de mensen van de opera schrokken zich een hoedje. De jongens moesten in het begin heel erg wennen aan alles liep ook het zingen ging niet meteen goed. Zelf wist ik ook niet goed hoe ik me moest opstellen. Moet ik nu alles overlaten aan de mensen van de opera, wat is mijn rol? We hadden heel wat te leren. Na twee keer wisten de jongens dat ze tijdens de repetities muisstil moesten zijn en wist ik dat ik me heel direct moest profileren als leider van de groep. Het is heel erg hard werken voor iedereen! De jongens zullen straks in twee groepen door Nederland touren. Alle scene’s moeten dus twee maal gerepeteerd worden…

De meeste repetities zijn regie-repetities. Tijdens deze repetitie leren de jongens wat ze moeten doen op het grote podium. Hoe moet je opkomen, waar moet je zitten, op welk moment staan, wanneer naar voren lopen, welke beweging maak je tijdens het zingen, hoe loop je terug, nee toch weer naar voren, hoe lach je zonder geluid, hoe maak je rare bewegingen en dan ook nog zingen!

De repetities waren overwegend in het gebouw van de Reisopera in Enschede. Dit betekende dat de jongens steeds van Oldenzaal naar Enschede moesten komen. Af en toe hadden ze een muzikale repetitie met z’n allen maar meestal werd er gerepeteerd in twee groepen aan de scene ‘s. Niet alleen de jongens zijn druk met de opera, ook de ouders van de jongens zijn druk met voortduren hun week -en dagindeling om gooien. In het theater gaat het heel anders dan in de koorwereld. Zo strak als onze planning is, zo flexibel moet je zijn bij de opera. Voordurend worden de repetitiedagen en tijden verandert. Wij zijn dat absoluut niet gewend maar ik heb inmiddels in de gaten het echt niet anders kan. Ik heb grote waardering voor de jongens én hun ouders. Bijna iedereen is bij elke repetitie. Ondanks de lastige tijden en alle veranderingen.

Van iedere repetitie wordt door een van de begeleidende ouders een kort verslag gemaakt. Dit wordt door mij als Opera Nieuws per mail rondgestuurd naar alle ouders. Ze blijft iedereen optimaal op de hoogte. Het telt al 14 delen en we kunnen daar straks bijna een boek van maken. Ik vul het verslag aan met grappige voorvallen, ik vraag of ze hun zoon extra complimenten willen geven, ik pep ouders op om nóg een keer van tijd te veranderen en ik vertel vooral hoe ongelooflijk trots ik ben dat we dit met z’n allen voor elkaar boksen. Het rondsturen van een nieuwsbrief blijkt een gouden greep. Hij wordt erg goed gelezen. De tip om alles uit te printen, in een mapje te stoppen om mee te geven naar school was ook alweer zo’n goed idee waar ik van tevoren niet op zou zijn gekomen. Na dit project zijn we ook als koor zoveel wijzer geworden qua organisatie!

Vorige week hebben we ook al een keer in de Twentse Schouwburg gerepeteerd met het originele decor. Het ziet er echt zo mooi uit!!! Helaas mag ik er niets over vertellen, ook niet over de scene’s, ook niet hoe de jongens er uit komen te zien.

Het hele spul is nu in Schouwburg Orpheus Apeldoorn. Vanaf aanstaande vrijdag zijn daar ook de repetities. Met z’n allen de bus in dus! Niks genieten van het mooie weer, werk aan de winkel!

De jongens zijn echte kanjers hoor! Voetbaltrainingen worden massaal afgezegd, al zijn ze jarig dan komen ze nog en afgelopen dinsdag was er zelfs een jongen op de repetitie die een uur geleden aan zijn teennagel was geopereerd…

Frenswegen 2007 zonder jongens…

Afgelopen weekend driedagen in Kloster Frenswegen (dld) geweest om daar mijn bijdrage als dirigent te leveren aan de Grafschafter Chortage. Ik doe dit werk al erg lang en de afgelopen jaren heeft steeds het Stadsjongenskoor Oldenzaal ook mee gedaan. Dit jaar hebben we echter besloten niet mee te doen omdat de jongens erg druk zijn met de opera Boris Godunov. Tussen alle repetities door een weekend echt helemaal vrij is dan ook heerlijk lijkt mij.

De andere docenten hadden ook beloten om hun jongens thuis te laten. Zo kwam het dus dat we dit weekend met 80 meisjes in het klooster zaten en dat is toch een hele andere sfeer!!! Ik ben lang niet zo moe als anders, we hebben een heerlijk relaxed weekend gehad. Niet dat we het niet druk hebben gehad, maar  de jongens brengen toch meestal heel erg veel extra leven in de brouwerij.

Opvallend is bij voorbeeld het einde van en repetitie. Als je tegen jongens zegt, nu is de repetitiue afgelopen dan gooien ze hun muziek op de grond en stuiven ze naar buiten om te voetballen en te ravotten. Meisjes daarentegen blijven zitten, komen traag in de benen, leggen de muziek op de afgesproken plek en  sjokken naar boven en gaan op hun kamer zitten tutten. Nu was het zulk mooi weer en die meiden bleven maar binnen! Wat ze daar op die kamers deden was me een raadsel.

De meiden hebben mooi gezongen. Vanwege het prachtige weer konden we op de binnenplaats het concert geven. De akoestiek is daar fabelachtig mooi!

De kinderen zongen niet alleen beneden maar ook vanuit de ramen van de eerste verdieping: prachtig!

Na afloop van het concert kreeg ik een geheime brief van een aantal meisjes. Deze moet ik aan wat jongens van mijn jongenskoor geven. Ik mocht ‘m lezen en hij begint met: ” Hallooo!! Jammer dat jullie niet op kamp waren, het was niet hetzelfde zonder jullie (slijm, slijm)” . De rest ga ik niet vertellen maar de dames geven hun mobiele nummers wel door! Ik ben benieuwd naar de gevolgen……

Volgens jaar zijn ze weer van de partij!

Expressieve Matthäus Passion

(Bron: de Stentor – Deventer Dagblad – 7 april 2007)

Door René de Cocq

DEVENTER – De koralen die door Bach in zijn Matthäus Passion zijn ingevoegd (als illustratie van de emoties die de kerkgemeente te vangen bij het volgen van het Lijdensverhaal) zijn van origine kerkliederen.Maar in de visie van dirigent Klaas Stok hebben ze niets devoots of bezonkens: hij ‘neemt’ ze in haast onwerkelijk hoog tempo en laat zijn koren (ook daar) flink van leer trekken, ze worden bijna allemaal zowat fortissimo gezongen. Wel heel expressief natuurlijk, zoals de MatthäusPassion door Stok in zijn geheel van grote uitdrukkingskracht is.Illustratief daarvoor is ook de aanpak van tenor-evangelist Nico vander Meer, een veteraan van hoog niveau, die de volgepakte kerk dwingend meenam in de strijd die Jezus te voeren had in zijn laatste dagen.

Met de Passion in kruisvorm, zoals die in de Bergkerk wordt uitgevoerd,maken Stok en de zijnen het zich niet gemakkelijk. En het publiek ook niet: de zichtlijnen bijvoorbeeld zijn hier en daar nogal verstoord(wat met het neerzetten van videoschermen maar deels wordt opgevangen).

De geluidsbalans is ook niet ideaal: een zanger die van je weg zingt is nu eenmaal minder goed te horen dan een die naar je toe zingt. Maar aan de andere kant is er de winst van het ‘stereo-effect’: de wisselwerking tussen de beide koren is spannend en effectvol, en het is hee lbijzonder als een solist met een klein ensemble aan de ene kant te horen is en zijn aria aan de andere kant door koor en orkest wordt ondersteund.

De twee koren waren vrijwel gelijkwaardig van kwaliteit en zongen,steunend op de sterke slag van Stok, met grote accuratesse. Van de solisten maakte de uit het rijke Duitse operacircuit opgediepte basGünter Papendell grote indruk met een machtige Christuspartij.Countertenor Maarten Engeltjes, gezegend met een wonderbaarlijk warm geluid, maakte vooral van de aria ‘Können Tränen meiner Wangen’ een wondertje. Tenor André Post en bas Tobias Scharferberger vulden hun partijen adequaat in; sopraan Nienke Oostenrijk mist ietwat het volume dat de Bergkerk vraagt.

Enkele kleine rolletjes (hogepriester, maagden, getuigen) werden uitstekend gezongen door solisten uit de koren; een goede graadmeter voor de grote stemmenkwaliteit in de beide ensembles.

Und hieb ihm ein Ohr ab

“Und hieb ihm ein Ohrab!” Als de jongens van het Stadsjongenskoor Oldenzaal deze zin horenweten ze dat het niet lang meer duurt. Dan mogen ze het slotkoraal van het eerste deel van de Matthäus Passion zingen en gaan ze weer met de bus naar huis.

 De Matthäus 2007 was weer een bijzondere. We kregen immers ineens te horen dat we ook naar de repetities van de Boris Godoenov moesten. Vooral voor de jongsten was dit project dus een extra zware belasting.

We zongen dit jaar de Matthäus in Oldenzaal, Enschede en in Deventer. Ieder jaar laat ik weer een aantal allerjongsten ervaring op doen en meezingen. Justin (9 jaar)  zei trots tegen Klaas Stok:  “Ik ben de allerkleinste maar ik heb een grote stem!” Dit is echt waar! Je staat er versteld van hoeveel geluid er uit die kleine kereltjes komt! Natuurlijk hebben ze het weer allemaal prima gedaan! De klank van het koor in moment heel erg mooi en de jongens hebben absoluut geen moeite om over het grote geheel heen te komen. Vooral het concert van vanavond in Deventer was weer geweldig!!!

De jongens weten inmiddels goed hoe ze hun tijd voor het concert moeten doorkomen. Er wordt serieus gekaart, gedamd en met aandacht gelezen.

Momenteel heb ik ook een flink stel mutanten bij het koor. Dit zijn geen buitenaardse wezens maar het gewoon een stel jongens die de baard al in de keel hebben en vrolijk in hun kopstem verder zingen bij de alten. Ze zijn nog veel te jong om bij de jongemannen te zingen en willen dat ook nog niet.

Vroeger werd er altijd heel voorzichtig gedaan met de muterende stem. Er werd zelfs geadviseerd te stoppen met zingen. Wij zingen bij het Stadsjongenskoor door zolang het kan. Sommige jongens krijgen al in groep 8 “de baard in de keel”.  Gewoon door blijven zingen zodat je de nieuwe stem goed leert kennen is mijn advies.  Ik denk dat dit juist heel erg goed is voor je stemontwikkeling. Je leert als jongeman veel beter de lenigheid van je stem en je verliest het contact niet met de groep. Bovendien doe je waarschijnlijk buiten het koor meer verkeerd met je stem dan tijdens de repetitie. Denk er maar eens aan hoe hees je uit de klasseavond komt…

Met name deze groep heeft het bij de generale repetitie erg bont gemaakt. Meer dan 10 jongens hebben een telefoontje gehad dat ze te vervelend waren en geen voorbeeld voor de rest. Tja, het zijn absoluut geen heilige boontjes bij het Stadsjongenskoor. Niets menselijks is ons vreemd. Ik ben met grote regelmaat “licht geïrriteerd…” Maar toch ben ik super trots op deze eigenwijze jongens en ik ken ze zo goed dat ik ze 100% kan vertrouwen tijdens de concerten. Ze hebben me nog nooit teleurgesteld hoe mega hyper ze soms ook zijn. Een van deze mutanten heeft de hele dag op mijn jas gepast, tijdens het concert corrigeren ze de jongsten en kennen hun taak als de beste!

Maar na het concert achter in de bus zijn ze de baas! Zij weten ook dat de bus op weg naar de Bergkerk in Deventer langs de rosse buurt komt en met geluk staat het stoplicht op rood! Zelfs ik mag tegenwoordig niet meer achter in de bus komen want er vallen woorden die niet voor vrouwen bestemd zijn….

Vandaag is het hele Stadsjongenskoor overigens geridderd in de Orde van de Gele Paashaas vanwege hun voorbeeldige gedrag tijdens de concerten!

Tussenstand concerten

Voor mij is het qua werk momenteel een drukke en licht chaotische tijd. Met het jongenskoor zit ik nog volop in de Matthäus Passion en ondertussen zijn ook de repetities voor de Boris Godoenov begonnen. Met de Kringzingers ben ik bezig het concert in het kader van de Cultuurstestafette van 9 mei voor te bereiden, daarnaast kunnen we in het nieuwe muziekwartier zingen en ook nog bij de opening van de nieuwe universiteitsbibliotheek. Met het Oost Nederlands Kamertjeskoor ben ik bezig met de voorbereidingen van het zomerconcert van 23 juni. Met het Jongemannenkoor doe ik mee aan  hetzelfde concert als de Kringzingers op 9 mei, doen we mee aan een korendag op 2 juni, zingen we op een benefietconcert op 22 juni en hebben we ons eigen concert op 24 juni. Ook voor de musical Sweeney Todd van Concordia moet nog het nodige gebeuren en het weekend 13/14/15 april zit ik in Duitsland een kinderkorenweekend te leiden. Zowel de Kringzingers als het ONKK organiseren ook altijd nog repetitiedagen en  gezellige avonden.

Als dit alles achter de rug is hoop ik me volledig te kunnen storten op de Saint Nicolas Cantata van Benjamin Britten.

Eerste repetitie Boris Godoenov

Tussen alle Matthäus Passionen door moesten gisteren 40 Oldenzaalse jongens naar het gebouw van de Nationale Reisopera in Enschede voor de eerste repetitie voor de opera Boris Godoenov. Ze waren er allemaal, behalve Ruben een van mijn beste sopranen die de hele week al ziek is en daardoor ook al twee concerten moet missen. Beterschap Ruben!

In de zaal waar gerepeteerd wordt stond een lange tafel waar veel mensen achter zaten. Het leek Idols wel. Zo zat daar een dirigent, een pianist, een taalcoach, een voorstellingsleider, iemand van de kostuums, een stagiaire, een regisseur, een tenor, een assistent regisseur en nog een aantal mensen die ik niet meer weet. De jongens moesten eerst met z’n allen zingen onder leiding van een Engelse dirigent. Het was even schrikken voor ze want het gingen in een behoorlijk tempo en om het dan ook nog uit je hoofd in het Russisch te doen. Na het zingen kregen de jongens een regie repetitie van de Duitse regisseur Robert Lehmeier.

De opera wordt een zogenaamde moderne Boris Godoenov. Dit betekent dat het historische verhaal in de een hedendaagse context gespeeld wordt.  De jongens zullen dan ook geen straatschoffies uit 16 e eeuw spelen maar de kansloze straatkinderen van nu met ook de problematiek van tegenwoordig. Dit levert een heftige scène op die ik niet mag verklappen maar iedereen die regelmatig de krant leest en de actualiteiten op radio en tv volgt weet waar ik het over heb. De jongens waren er erg van onder de indruk en ze hebben het erg goed gedaan.

Vanavond staat ze weer in het Muziekcentrum in Enschede om de Matthäus Passion te zingen!

Matthäus boordevol verassingen

Bron: TC/tubantia

OLDENZAAL, Plechelmusbasiliek, dinsdagavond. Jaarlijkse uitvoering vande Matthäus Passion van J.S. Bach door Consensus Vocalis, Concerto d’ Amsterdam en Stadsjongenskoor Oldenzaal (o.l.v. Klaas Stok).Solisten: Tyler Duncan (Christus), Nico van der Meel (evangelist),Nienke Oostenrijk (sopraan), Maarten Engeltjes (countertenor), Andreas Post (tenor) en Tobias Scharfenberger (bas). Herhaling: 30/3 in Muziekcentrum Enschede.

Jaar in, jaar uit wordt in de Plechelmusbasiliek Bachs Matthäus Passion uitgevoerd. Kun je dan als luisteraar nog voor verrassingen komen te staan? Deze retorische vraag moet ik voluit bevestigend beantwoorden,want Klaas Stok dreef mij tot het puntje van mijn stoel. Alsof hij er lol in had om kleine spotlichten te werpen op teksten die in andere jaren minder belicht waren, hij bleef mij verrassen. Consensus Vocalis was in dermate puike vorm dat al zijn bedoelingen tot klinken kwamen.De solisten -soms wat naar achteren geplaatst, een mindere verrassing van deze uitvoering- deden mee met het ‘spel’ van tekstbelichting. Of het nu om het ‘druppelen’ van ‘die Tropfen’ door de weergaloos goede countertenor Maarten Engeltjes ging of het bijna gapende ‘schlafend’ door de evangelist: het was alsogf elk woord of een weegschaaltje was gelegd. Voeg daarbij nog eens de door de ziel snijdend mooie stem van sopraan Nienke Oostenrijk en de invaller van deze avond, tenor Andreas Post, die een topuitvoering gaf van ‘Geduld’ en duidelijk moet zijn da thier historie geschreven werd. Zelfs een hoogtepunt als ‘Erbarme dich’ klonk als nieuw met strijkers die leken mee te klagen of anders wel de bekendste koraal ‘O Haupt voll Blut und Wunden’ met een ronduit spottend ‘schimpfieret’ voorbeelden te over om te stellen dat het de moeite waard blijft om deze jaarlijkse traditie te blijven volgen.

Koen Edeling

Stadsjongenskoor zingt 3x de Matthäus Passion

Volgende week is het zover, het Stadsjongenskoor gaat weer “on tour” met de Matthäus Passion van J.S. Bach.  Op dinsdag 27 maart zijn de jongens te beluisteren  in de Plechelmusbasiliek te Oldenzaal, op 30 maart in het Muziekcentrum te Enschede en vrijdag 6 april in de Bergkerk te Deventer. Alle drie concerten beginnen om19.00 uur. We zingen weer samen met het prachtige koor Consensus Vocalis, top solisten, orkest Concerto ˜d Amsterdam en het geheel staat onder leiding van Klaas Stok.

Afgelopen donderdag hebben we een repetitie gehad op de koorzolder van de Plechelmus. Het was er vreselijk koud!

Dit jaar staan we er met 36 jongens die stuk voor stuk hun uiterste best gaan doen.  Ik hoop dat we net als vorig jaar weer op de eerste rij te horen zijn.  Het concert in de Plechelmusbasiliek is voor mij altijd erg bijzonder. De jongens zingen vanaf de koorzolder, ik sta midden in de kerk en fungeer als intermediair tussen het grote koor, de orkesten en het jongenskoor.  Licht is sneller dan het geluid… en in het midden van de kerk komt het prachtig samen.

Als straatschoffies in de Nationale Reisopera

Bron: TC/Tubantia

OLDENZAAL – De negenjarige Justin Gort is gek opoperamuziek. Zijn muzikale voorkeur komt goed uit, want hij is één van de 36leden van het Stadsjongenskoor en in mei en juni mag hij meedoen in de jongste uitvoering ‘Boris Godoenov’ van de Nationale Reisopera. Russisch zingen en een straatschoffie spelen. Artistiek leider Rinus Morsink van de jeugdtheatergroep Barst, het gezelschap kinderen dat de opera ‘Hänsl und Gretel’ deze dagen opluistert, beval het jongenskoor aan bij de Reisopera.Dirigent Mariette Effing vindt het een prachtige uitdaging. Ze heeft de 365 pagina’s dikke partituur al in huis. Er volgen drukke, maar eervolle tijden voor de dirigent, die met haar koor binnenkort immers ook traditiegetrouw deelneemt aan de uitvoeringen van de Matthäus Passion. “Maar wat de organisatie betreft ben ik daarin inmiddels geroutineerd”, lacht ze.Meedoen in een opera is ook voor haar een verhaal apart. “Voor het gezelschap Barst was het teveel om ook Boris in te studeren. Bovendien was de Reisopera speciaal op zoek naar jongens. En jongenskoren zijn in ons land maar dun gezaaid”, zegt ze. De jongens spelen in een scéne meteen na de pauze.De opera Boris is een muzikaal volksdrama en speelt in het Rusland van na de dood van tsaar Ivan de Verschrikkelijke. In het verhaal komt het volk op een gegeven moment in opstand en marcheert op naar Moskou. De mensen komen op he tRode Plein en een dorpsgek (een tenor) kraamt daar schijnbaar wartaal uit. Dej ongens spelen een groep sjofele schoffies. Ze gaan de gek pesten en naroepen.Ze maken hem belachelijk en pakken hem een cent af. De scène duurt ongeveer tien minuten. “Het zingen in het Russisch zal nog wel wat repetities vergen”, denkt de dirigent, “maar we gaan er echt voor. Ik ga er ook van uit dat ze strenge eisen stellen en dat we als koor een professionele prestatie moeten leveren.” Tussen 12 mei en 17 juni zijn er veertien voorstellingen door het hele land. Per keer doen achttien jongens mee.”Anders wordt het te zwaar voor ze. Want sommige zijn nog maar acht jaar.” Maar Justin is al negen en hij ziet het wel zitten: “Leuk,lekker laat in bed. Ik kan daar best wel tegen hoor!” Ook een van de oudste jongens Floris Droste (15) ziet er naar uit: “Alleen het samen op reis gaan vind ik al hartstikke gaaf…”

Mardi le Vingt imponeert met Jenkins’ requiem

Bron: TC/Tubantia

TUBBERGEN/ENSCHEDE,12 maart 2007 – Nederlandse première van het requiem van Karl Jenkins door Het Twents Kamerkoor Mardi le Vingt (o.l.v. Herman Koops), m.m.v. Schola Cantorum(o.l.v. Guus Goorhuis), barokorkest Florileguim Musicum, percussiegroep JaapHazewinkel, Kay Jensma (alt) en Gabrië van Sintmaartensdijk (sopraan). Na de eerste Nederlandse première, zaterdagavond in een overvolle Pancratiusbasiliek,kon het Enschedese publiek, in een goed gevulde Jacobuskerk gistermiddag eveneens getuige zijn van een eigentijds requiem. Als ‘opwarmertje’ liet de Schola Cantorum een staalkaart horen van de meest gangbare Gregoriaanse gezangen. Het op toon blijven was niet de sterkste kant van deze groep. Precies een uur duurde het requiem van Karl Jenkins, waar het om begonnen was. Nie talleen een kamerkoor, ook een twintigkoppig orkest, vier percussionisten en twee vocale solisten vormden de bezetting. Atonaliteit was ver te zoeken: de melodieën lagen makkelijk in het gehoor. De combinatie van Japanse haiku’s en kerklatijn werkte wederzijds versterkend. Het koor zong geïnspireerd,natuurlijk mede door het enthousiasme van dirigent Herman Koops, maar ook door de puike instrumentale begeleiding. Ook in dit requiem zorgde het Pie Jesu voor kippenvel. De oude rot in het vak KayJensma en de 68-jaren jongere jongenssopraan Gabriël van Sintmaartensdijk waren artistiek goed aan elkaar gewaagd. (Groot)moederlijk legde zij een hand op de schouder van de jongen, om de muzikale band een extra dimensie te geven. Het enthousiasme van het publiek werd beantwoord met een geste, die voor mij even nieuw was als het requiem zelf: er klonk een toegift, met het bisseren van In Paradisum. Voor mij mag dit requiem veel vaker klinken. Mardile Vingt heeft zelfs al een Franse première gepland in 2008.

Koen Edeling