Stadsjongenskoor nu ook te horen op rij 1!

De jongens van het Stadsjongenskoor hebben het gisteren uitstekend gedaan. De opstelling in de Plechelmusbasiliek is zodanig dat de jongens zich van hun allerbeste kant moeten laten zien willen ze op de eerste rij te horen zijn. “Vroeger” zat het jongenskoor altijd op het priesterkoor tussen koor I en II in. Met de komst van Klaas Stok de huidige dirigent van Consensus Vocalis is daar verandering in gekomen en zingen de jongens helemaal achter in de kerk op de koorzolder. Zo is de omgekeerde situatie onstaan van hoe het waarschijnlijk in de tijd van Bach werd uitgevoerd. Al in Bach’s tijd werd er gesproken over het theatrale effect van de opstelling. In de Thomaskirche in Leipzig stonden de twee koren achter in de kerk in de breedte tegenover elkaar. Het derde koor, de soprano in ripieno, stond op het priesterkoor rondom het altaar en zong er in de lengte tegenin. Hierdoor ontstond er een kruisvorm die ook in het stuk zelf terug te vinden is. In het geval van de Plechelmusbasiliek in Oldenzaal moet er een afstand van ruim 60 meter worden overbrugd voordat het geluid bij de eerste rij is aanbeland. Dat lukt nooit om dat allemaal mooi gelijk in de maat te krijgen zal de kenner dan zeggen. Nee, maar daar is iets op gevonden. Halverwege de kerk sta ik precies midden in de kruisgang, tussen het publiek. Ik dirigeer de jongens zelf: een hele eer!

Goed luisterend tacteer ik vanaf het begin mee zodat de jongens gewend raken aan het feit dat mijn slag niet precies gelijk is aan wat ze horen. Een paar maten voor hun eigen inzet versnel ik mijn slag nog een heel klein beetje en dan geef ik de inzet en moet de melodie met veel “gang er in” gezongen worden. Het is een heel geconcentreerd werkje en heel erg leuk om te doen. Voor het publiek dat om me heen zit is het een hele belevenis. De beste plaatsen heb je in de Plechelmus dus niet op de eerste rij, maar in het midden. Het is erg moeilijk voor het jongenskoor om de hele kerk vol te zingen vooral als er ook nog een twee koren en orkesten klinken. De eerste jaren kwamen we tot rij 8, vorig jaar tot rij 4 en dit jaar kwamen mensen van de eerste rij na het concert spontaan en enhousiast naar me toe dat ze de jongens hadden gehoord! Nu moet ik ook zeggen dat Klaas Stok dat fantastisch doet, hij geeft het koraal dat het jongenskoor zingt muzikaal alle ruimte om mooi tot klinken te laten komen.

Morgen zingen we in de Westerkerk in Amsterdam samen met Consensus Vocalis en het Combattimento Consort olv Jan Willem de Vriend. Andreas Weller, tenor (Evangelist), Geert Smits, bas (Christus), Lisa Larsson (sopraan), Christoph Dumaux (countertenor), Andreas Post (tenor), Thomas Bauer (bas) Aanvang 19.30 uur.

Stadsjongenskoor klaar voor de Matthäus-Passion

Na een gedegen voorbereiding staan de jongens vanavond weer klaar voor de generale repetitie van de Matthäus-Passion van Bach. Voor de jongens is een belangrijke taak weggelegd in het openingskoor en het slotkoor van het eerste deel.

De Matthäus-Passion is een dubbelkorig werk. Dit wil zeggen dat het geschreven is voor twee koren en twee orkesten en solisten, die soms tegelijkertijd spelen en zingen, maar vaak ook alleen of in dialoog met elkaar. Het jongenskoor zingt de Soprano in repieno partij wat zoiets betekent als “aanvulling”.

In het openingskoor hebben ze een hele dankbare en mooie rol. Ik leg de (nieuwe) jongens ook altijd uit waar het over gaat en welke muzikale taak ze hebben. Het koor van volwassen mensen zingt namelijk vrij serieuze muziek, die in een (e) mineur toonsoort staat. Ze dragen een zware last op hun schouders, je kunt het horen in de muziek. Het eerste koor vraagt of alle mensen mee willen treuren en stil te staan bij het lijdensverhaal dat gaat klinken. Het tweede koor zijn de mensen van nu, die het verhaal mee beleven. Het jongenskoor “vult” het geheel aan en gaat voor verlossing zorgen. Ze maken het lijden draaglijk en ze zingen een melodie in (G) majeur! Ze zingen als engelen het koraal O Lamm Gottes, unschuldig hoog boven de twee koren en orkesten. Ze zorgen in moeilijke tijden met hun lichte en frisse stemmen dat grote mensen even aan andere dingen denken en getroost worden.

Als het openingskoor geweest is begint het “lijden” van de jongens. Hiervan zijn ze zich erg goed bewust en ik bereid ze daar ook op voor. Ze moeten namelijk bijna een uur stilzitten voordat ze weer mogen zingen. Nu weet ik dat de meeste volwassen mensen het ook erg moeilijk vinden om een uur lang stil te zitten, dus ik heb ook voor dat gedeelte van het concert altijd erg veel waardering. Er is erg veel dan wat niet mag en de tijd duurt gewoon erg lang. Ze mogen beslist niet praten en op hun stoel draaien en wippen. Ze mogen niet uitgebreid gapen zonder hand voor de mond, niet omkijken en niet pieren met de buurman. Ze mogen wel meelezen in de tekstboekjes en zeker de oudere jongens beginnen nadat ze het stuk meerdere keren hebben gehoord steeds meer plezier aan te beleven. Ze horen verschillen en geven ook hun ongezouten mening over de dirigent, solisten en het koor. Vooral omdat ze zelf geen steekje mogen laten vallen, weten ze vaak na 5 jaar nog precies welke dirigent, in welke maat, een inzet heeft gemist! Voor de jongere jongens is het heel erg moeilijk, dat wachten. Ik ben me daarvan bewust. We hebben een aantal begeleiders ernaast zitten die de jongens helpen herinneren als ze iets doen wat niet mag. Verder geef ik ze als tip de tafel van 13. 17 of 19 te oefenen, de stenen te tellen, de mannen met snor, tot 5000 te tellen, zelf een verhaal te verzinnen of te luisteren.

Tijdens het koor Sind blitze, sind Donner worden ze altijd erg onrustig en klinkt er een zucht van verlichting door het koor (en de begeleiders). Ze mogen bijna weer! Daarna nog één recitatief en mogen ze staan voor het slotkoor. Bij het slotkoor van het eerste deel zingen ze samen met de sopranen van koor I en II. Dat geeft extra spanning om de boel gelijk te krijgen. Het is een genot om naar te luisteren. Vooral in de zinnen Den Toten er das leben gab, Und legt’ darbei all Krankheit ab zijn de jongens op hun best omdat de hoge ligging daar zo lekker klinkt. Met de zin Trüg’ unser Sünden kunnen ze nog eenmaal boven het geheel uitkomen om met een hele lange toon op het woord lange te eindigen. Na de slottoon blijven ze muisstil staan omdat ze weten dat de muziek moet uitklinken. Niet alleen in de akoestiek van de kerk maar ook in het publiek zelf.

Op 4 april zingt het Stadsjongenskoor de Matthäus-Passion in de Plechelmusbasiliek te Oldenzaal o.l.v. Klaas Stok m.m.v. Consensus Vocalis en Concerto d’Amsterdam. Op 6 april zingt het Stadsjongenskoor de Matthaus-Passion in de Westerkerk Amsterdam o.l.v. Jan Willem de Vriend m.m.v. Consensus Vocalis en het Combattimento Consort Amsterdam.

Hierna vliegt het geheel naar Spanje helaas zonder het jongenskoor om concerten te geven in de Basilica de Sant Francesc te Palma de Mallorca en Palau de la Musica te Valencia.

Daarna op 13 april zingt het Stadsjongenskoor de Matthäus-Passion in het Muziekcentrum Enschede o.l.v. Klaas Stok m.m.v.Consensus Vocalis en Concerto d’ Amsterdam en tot slot zingen we op 14 april in de Bergkerk Deventer ook o.l.v. Klaas Stok met het Deventer Vocaal Ensemble, Consensus Vocalis en Concerto d’Amsterdam.

Kerst 2005 (deel 4)


Nee, dit is niet een landingbaan van Vliegveld Twente maar het sfeervol verlichte voetpad naar de Stiftskerk te Weerselo van vanavond: kerstavond 2005. Een deel van het Stadsjongenskoor zong daar in de kerstviering. Het geheel was erg mooi in stijl. Geen opdringerige verlichting op weg naar de kerk, maar kaarslicht. Natuurlijk mag de midwinterhoorn in zo’n authentiek Twents landschap niet ontbreken. Zoals het hoort bliezen ze bij de waterput.

De 15 jongens die uitgekozen waren dit optreden te verzorgen kwamen weer tip top aan in hun mooie pakken. Voor degene die het vooroordeel heeft dat er alleen maar hele brave jongens in zo’n koor zingen even deze foto’s. Links ziet u de situatie in totale anarchie en uitgelatenheid: vreselijk!!!! Rechts de situatie nadat ik ze vermanend heb toegesproken en dat ziet er ietsiepietsie beter uit, ahum!

Voor een deel van de jongens was het vanavond dan ook erg spannend. Het Stiftskerkje is erg klein en we kunnen daar niet met het hele koor zingen. Evenals vorig jaar had ik de oudste jongens gevraagd dit te verzorgen. De hele sopraangroep deed dit op 1 jongen na, voor het eerst. In plaats van met een hele groep zing je dan ineens maar met z’n zessen de partij en dat is een hele verantwoordelijkheid! De verantwoordelijkheid wisten ze prima te dragen en dat vind ik verassend goed van ze! De concentratie was optimaal en dat na zo’n zware week. Ook voor mij was het onwennig omdat ik in plaats van te dirigeren plaats had genomen achter de vleugel. Tijdens de repetities begeleid ik alsof ik nooit anders doe, maar tijdens een optreden is dit toch een heel ander verhaal. Het kerkje zat afgeladen vol. De koster had zo’n 180 mensen geteld en dat is voller dan vol. Het was een sfeervolle viering. Na de dienst kregen de jongens een leuke attentie. Een mok vol met lekkere chocolaatjes en bonbons, een kerstkaart en een knutselpakketje. Het zijn de kleine dingen die het doen en daarvoor wil ik de organisatie hartelijk bedanken!

Kerst 2005 (deel 3)

Vanavond een heerlijk onspannen en leuk concert gehad met het Stadjongenskoor. Het was in de RK Kerk in het prachtige Ootmarsum samen met het gemengd koor Ootmusica onder leiding van dirigent Frans Heijdemann. Verder werkten mee: Koperensemble Caecilia olv Tim Baars, Ensemble Concerto di Nantale, Roel Praas en onze vaste pianiste Aartje Disberg. Een concert in een fantastische omgeving en een goede akoestiek. Daarvan gaan de jongens en jongemannen altijd veel beter zingen. Ootmusica opende met een drietal liederen van oa Händel en Buxtehude. Daarna volgde het jongemannenkoor met een aantal liederen. Dit ging ontzettend goed. Jaap zong weer solo en ik moet zeggen hij groeit in zijn rol als solist van het koor! Daarna zong het jongenskoor twee liederen met in het Latijn.

Bij het tweede lied ging er iets mis….. Ik had de bladmuziek aan de pianiste gegeven die het lied op onverklaarbare wijze was kwijt geraakt. Ik dacht, ik doe dat wel uit mijn hoofd. Dat kan ook wel, maar dan moet je niet het hele lied vergeten. Ik gaf de pianist aan in de veronderstelling dat Deck the halls gezongen werd maar er kwam iets heel anders. Dan rest niets anders dan afslaan en opnieuw beginnen. Wouter en Benjamin zongen daarna hun solo voortreffelijk. Ook Deck the halls ging ook best goed. Aan het eind van ons eerste blok zongen we Transeamus van Joseph Schnabel met wederom Jaap als solist. Ik moet zeggen dat ik dit zelf een van de hoogtepunten van het concert vond. Jaap zong de solo heel erg goed en de jongens zongen daarna uitmuntend!

Het tweede blok bestond uit meer modernere composities. De jongemannen zongen I’m dreaming of a white Christmas. Hiermee weten ze menig hart te stelen. Daarna kwamen de jongens met het lied A holly jolly Christmas, ook erg leuk! In het lied Wintergames mochten Jedda, Ruud en Patrick voor opa spelen. Dit doen ze zeer overtuigend! Met een enorme kraakstem zingen ze hun solo, het publiek genoot er van! Tot slot zongen we het bekende Jingle bells.

Had ik in het eerste blok de muziek helemaal niet voor mijn neus, bij Ootmusica gebeurde ook iets erg wonderlijks. Er was er een Stille Nacht als samenzang waarvan niet duidelijk was wie dat zou begeleiden… Het duurde even voordat men doorhad dat er iets niet klopte in de organisatie en het was ook niet meteen duidelijk wie dit ging oplossen. Daarna gebeurde nog iets vreemds. Terwijl het orkest het Hallelujah uit de Messiah van Händel in C groot begon, bleek de organist de partituur in D groot voor zijn neus te hebben. Dit was erg hilarisch! Moet kunnen vind ik, de sfeer was prima en dit werd gelukkig redelijk snel opgelost. De uitvoering van het stuk was erg goed! Mijn complimenten, het is namelijk allemaal niet zo gemakkelijk als men wel eens denkt.

Tot slot zong het Stadsjongenskoor samen met Ootmusica vol overtuiging het Tollite Hostias van Camille Saint-Saëns. Een mooi slot van een prachtig concert waarop ik met veel plezier terug kijk.
Ik ben erg trots op mijn jongens en jongemannen.

Trouwens, voor het concert ga ik vaak nog even snel naar de WC. Terwijl ik op de WC zat in Ons Gebouw, hoorde ik heel veel mensen weg gaan op weg naar de kerk. Tot mijn verbazing hoorde ik ook: “klik”…… “Huh? “dacht ik, “doen ze nu de deur op slot?”. Volgens mij heb ik dit in mijn hele loopbaan als dirigent nog niet mee gemaakt. Drie minuten voor aanvang van een concert zat ik opgesloten in een repetitiegebouw. Ik bleef zo kalm, dat zal niemand begrijpen, ik snap het zelf niet eens. Ten eerste dacht ik meteen: ze beginnen toch niet zonder mij. Ten tweede herinnerde ik me in een flits een brandweerinstructie die ik ooit heb gehad bij het Holland Festival Oude Muziek: hoe open ik een (kerk)deur in noodsituaties. Wonderwel was het geen probleem, ik “brak” de deur in no time open en klokslag acht uur was ik als laatste in de kerk voor het concert.

Al met al een memorabel concert!

Kerst 2005

Deze en vorige week staan helemaal in het teken van de kerstoptredens. Zo zongen de Kringzingers afgelopen woensdag voor de bejaarden van de Zonnebloem. Het zag er allemaal keurig verzorgd uit daar en ik weet zeker dat de mensen een leuke middag hebben gehad. Daarna moest ik er meteen vandoor naar de generale repetitie van het Stadsjongenskoor. Zo’n generale is een intensief gebeuren, zowel voor de jongens als voor mij. Waar en hoe moet iedereen staan, hoe gaan we op, hoe gaan we af, is het orgel niet te hard en ondertussen staat de heteluchtverwarming zo te loeien dat het zweet je op de rug staat en keel zo droog is dat je er keelpijn van krijgt. Zaterdagmiddag had ik nog een kort kerstoptreden met de Kringzingers. We zongen op de kerstmarkt van de UTKring. Het kwam er op neer dat we voor de standhouders hebben gezongen, ik hoop voor hun dat er later op de dag meer publiek was. Maar het zingen was leuk, zo buiten bij een vuurkorf. ‘s Avonds was het tijd voor het grote concert van het Stadsjongenskoor. Het inzingen was een plezierig gebeuren en de stemming zat er goed in. Er was gek genoeg niet zo heel veel publiek die avond. Dit zijn wij niet gewend. We gaan nog onderzoeken waar dat aan gelegen heeft. Vooral voor de jongens zelf is dat erg raar, die zoeken niet zo in logische verklaringen maar zijn gewoon erg verbaasd. Het was een mooi en sfeervol concert. We hebben een aantal nieuwe liederen gedaan maar niet zoveel als andere jaren omdat het immers maar een paar maand na ons jubileumconcert was en we niet veel tijd hadden. Wel was het een presentatie van nieuwe solisten, die het erg goed gedaan hebben! Zondagmiddag was het stukken drukker en dat mocht ook wel! Naast het jongenskoor en het jongemannenkoor zong ook het nieuwste opleidingskoor voor het eerst op een concert mee. Ze zongen de liederen Oh Tannenbaum en Er is een kindeke. Ze hebben het erg goed gedaan en dit belooft wat voor de toekomst. Ik ben erg enthousiast over de nieuwe zangers.

Het hoogtepunt van het concert was toch wel het vocaal mannenensemble Orpheus uit de Oekraïne. Dit ensemble maakt op dit moment een toernee door Nederland en als je de naam nog ergens tegenkomt moet je er heen gaan. Ze waren op de eerste plaat erg goed maar ze deden het ook nog eens zo vreselijk leuk! Ik had gevraagd of ze een er rekening mee konden houden dat er veel kinderen in de zaal zaten. Ze wisselden serieuze liederen af met hele grappige acts met vocale hoogstandjes waar de jongens en jongemannen vast inspiratie uit kunnen putten. Ivette heeft ook een mooie recensie geschreven van de kerstconcerten. Na het kerstconcert van gisteren heb ik samen met de jongemannen nu uitgebreid nageborreld in het beste cafévan Nederland De Engel en een overheerlijke pizza gegeten in het Villa Ristorante Antica. Nu nog een paar kerstoptredens en dan kan ik van mijn vakantie gaan genieten.

Stadsjongenskoor viert Sinterklaas

Vandaag kon ik als dirigent heerlijk genieten van de sfeer van de Sinterklaasviering van het Stadsjongenskoor. De aktiviteitencommissie zorgde voor alles. Er was chips, er was drinken, er was muziek, er was koffie en er was veel plezier. De jongens mochten allemaal hun kado in de kring leggen en daarna werd er spannend spel gespeeld. Er werd met dobbelstenen gegooid. Bij de eerste ronde mocht je als je een 1 of een 6 gooide een kado pakken. Maar dit kado was niet meteen van jou! Er volgde een tweede ronde. Als je een 6 gooide mocht je ongevraagd met iemand ruilen en als je dubbel 2,3, 4 of 5 gooide mocht je een kanskaart pakken. Daar zaten ellendige dingen bij als: geef je kado aan je rechterbuurman, schuif allemaal een plaats op naar rechts en laat het kado liggen en niet te vergeten: iedereen moet alles aan jou geven! Uiteindelijk kon iedereen in de derde rondo toch een kado bemachtigen en na wat lekkers ging iedereen in opgewonden stemming naar huis. Bij het aantrekken van de jassen werden hier en daar nog kado’s geruild en ik geloof dat iedereen tevreden was.

Op maandag 5 december gaan we gewoon repeteren: stoer he????

Het grote dichten is begonnen!

Als je dirigent bent van een jongenskoor kun je de jongens niet vaak genoeg complimenteren met hun goede prestaties. Dit doe ik dan ook veelvuldig als ik daar een goede aanleiding toe zie, of nog liever als ik hoor dat het goed gaat! Natuurlijk spreek ik ze ook af en toe vermanend toe! Dat jullie niet denken dat ik geen strenge doch rechtvaardige dirigent ben! Ook moeten jullie niet denken dat ik enkel en alleen brave jongens op het koor heb. INTEGENDEEL!!!!

Ze drijven me af en toe tot wanhoop… Zo komen er jongens stelselmatig te laat en zeggen dan dat het aan hun vader ligt. Ook vergeten ze hun map en dat ligt dan weer aan de vergeetachtigheid van hun moeder. Soms zeggen ze dat hun fietshelm is gestolen en dan ligt ie in de bosjes buiten. Ook doen ze het licht soms uit als ik in de kelder de mappen aan het pakken ben! Het is ook een sport snoepjes te eten tijdens de repetitie zonder dat ik het in de gaten heb. Of vliegtuigjes te vouwen van brieven die aan ouders zijn gericht!!!! Zo lang mogelijk kauwgum kauwen tot dat Mariette het ziet, ja ja! “Sorry dat ik te laat ben maar ik moet eerder weg” is ook een goeie… “Mariette, mijn moeder is het repetitie schema kwijt” Grrrrrrr, JIJ bent het kwijt! En kletsen dat kunnen ze: heeeeeeele repetities door! Daarnaast slaan ze elkaar met de map op de kop alsof het hun lieve lust is. Ze pielen net zo lang aan hun naamkaartje totdat ze het ongeveer hebben opgegeten. Een stoel heeft vier poten, totdat je met je gat op de grond ligt…. Op de piano rammen als Mariette even een liedje moet pakken uit de kelder (nee, ze hebben het nog niet door dat ze ook dan het licht uit kunnen doen….) en stiekum naar de grote zaal gaan om daar op de pauken te spelen. Vieze moppen vertellen (het zijn tenslotte mannen)…..

Nee, nee, nee, het is geen pretje zo’n jongenskoor!!!!!!!! Vandaar dat ik ieder jaar de hulp van Sinterklaas in roep om de jongens ter orde te roepen. Zo tussen alle voorbereidingen voor alle kerstconcerten door geeft ik als dirigent van het Stadsjongenskoor Sinterklaas de opdracht over iedere jongen een vermanend woordje te schrijven. Sinterklaas volgt de jongens op de voet…… luister en huiver…… op 1 december. “Gna, gna gna….”.

Stadsjongenskoor op kamp!

Afgelopen weekend was het eindelijk zover: het Stadsjongenskoor Oldenzaal ging op kamp. Vrijdagavond vertrokken alle jongens en jongemannen naar een kampeerboerderij in Reutum. De activiteitencommissie had de hele boel versierd met vleermuizen, spinnewebben, spinnen en andere enge dingen. Het was immers ook halloween! Opgewonden zochten alle jongens een slaapplaatsje op de zolder.De jongemannen en de leiding sliepen beneden. De eerste avond konden de jongens hun gang gaan, er werd gelezen, spelletjes gedaan, film gekeken maar vooral erg veel gelachen en uitgelaten gek gedaan. Je zou denken dat de jongens hun krachten gingen sparen voor de grote voetbalwedstrijd van de dag erna, maar niets was minder waar. Om 2.00 uur waren er nog jongens vrolijk aan het babbelen alsof ze nooit in slaap zouden vallen. Ook mijn bekende slaapverwekkende verhaal over het pingpongballetje deed de taaiste non-slaper niet de das om. Dan maar met wat meer gezag en dat werkt natuurlijk altijd.

De volgende dag werden er van allerlei spelletjes gedaan en was er ruim voldoende tijd om in de speeltuin te spelen. Na de lunch was het dan eindelijk zover: de grote jaarlijkse voetbalwedstrijd tussen de sopranen en alten om de Jan Vlutters Wisseltroffee. De laatste twee jaar was de beker steeds door de sopranen gewonnen dus de alten waren er erg op gebrand een goede partij te spelen. Het werd een spannende wedstrijd. Alhoewel de coach van de sopranen veel tactische wissels toepaste stonden de sopranen al snel achter. Toen Tim daarna ook nog geblesseerd uitviel met een zere teen, was het met de sopranen gedaan! Ik wijd dit aan een slechte voorbereiding. Het waren immers louter sopranen die ‘s nachts om 2.00 uur nog wakker waren! Voor het plezier mochten de alten daarna nog een wedstrijd spelen tegen het Jongemannenkoor. De jongemannen konden dat grut maar amper aan! Het werd 4-4 zodat penalty’s de eer van de jongemannen moesten redden. Alsof ze niet gevoetbald hadden stoven de jongens weer de speeltuin in. Daar gebeurde nog een ongelukje. Hoe het precies kwam weet niemand naar Ruud brak een teen! Snel naar het ziekenhuis dus en hij kwam in het gips, met krukken terug. Het avondeten was prima al dreven er hele rare dingen in de vla!!! Na het eten gingen de jongemannen onder leiding van Jaap op een speciale missie in het bos. We zagen ze alleen niet meer terug! Tegen 20.00 uur werd het jongenskoor in vier groepen verdeeld en gingen de groepen onder begeleiding na elkaar het bos in. Onderweg stond Jaap ergens en hij vertelde de jongens een vreselijk verhaal. Lars, een jongemannenkoorlid, was niet meer gezien sinds het jubileumconcert. Ze vreesden het ergste… De jongens moesten onderweg goed kijken en luisteren om aanwijzingen te vinden. Het was vreselijk spannend! Overal in het bos klonken enge geluiden, je zag ineens veel licht of er rende iemand keihard door het weiland! Het was echt heel erg donker en zowel de kinderen als de leiding schrokken zich regelmatig het apelazarus! Ruud liep in het gips, op krukken de tocht gewoon mee. Wat een bikkel!!!Eenmaal op de boerderij was er gelukkig troostvoer. Dat ging er wel in. Later bleek dat het jongemannenkoor zelf ook bang was geweest zo alleen daar in het bos! De rest van de avond werden er nog wat spelletjes gedaan en lagen de jongens wonder boven wonder “op tijd” in bed en waren ze redelijk snel onder zeil. Het jongemannenkoor bleef samen met de leiding nog wat borrelen, dammen, Koehandel spelen, bier drinken en veel chips eten. Ver na middernacht kwamen de oudste jongemannen nog op het onzalige idee om naar een grote dancing in het dorp te gaan. Natuurlijk werd ik omgepraat om mee te gaan. Het was meer dan een half uur lopen en eenmaal aangekomen bleek het binnen zo druk dat ik de WC’s in ben gevlucht om op een zeker moment met moeite weer naar buiten te gaan. Inmiddels had ik de jongemannen gebeld die mij al aan het zoeken waren. Onder een werkelijk prachtige sterrenhemel waren we al snel weer ver weg van al dat lodderige uitgaansvee om terug naar de boerderij te lopen. Eenmaal daar aangekomen ben ik vrij snel gaan slapen maar de heren hebben het kennelijk erg laat gemaakt en nog eieren en hamburgers staan bakken in de keuken.

Zondag ochtend had iedereen een nogal slaperig en redelijk rustig ontbijt. Eenmaal op gang gekomen hadden de jongens echter al weer een tomeloze energie en ze renden alweer de speeltuin in. Een aantal jongemannen was iets slechter te pas. Toen de jongens in de speeltuin waren waren ze stiekum weer op bed gaan liggen. Lang konden ze er niet van genieten. Onder het mom van ‘s oams n’en kerl, ‘s mons n’en kerl verder ze door kooroudste Jaap met veel kabaal wakker gemaakt want er moest weer een spel gespeeld worden. Jaap, die ook scoutingleider is, had een aantal erg leuke spellen voor de jongens voorbereid. De jongens hebben zich geweldig vermaakt! Om 14.00 uur konden de ouders hun toch wel afgematte kroost weer ophalen. Terwijl de ouders beneden koffie aan het drinken waren had Jaap tot slot op zolder in het donker nog een verassing voor de aspirant jongemannenkoorleden in petto.
Jan schrikt “onmeunig” van Dombo die hem wil opeten!!!

De recensie

Op verzoek: Uit Dagblad Tubantia

Stadsjongenskoor negentig jaar jong

OLDENZAAL – Jubileumconcert door het Stadsjongenskoor o.l.v. Mariëtte Effing. In Plechelmusbasiliek en Stadhuishal, zondagmiddag. M.m.v. Aartje Disberg (piano), Hans Stege (orgel) en Ivette van Laar (sopraan).
Het Stadsjongenskoor uit Oldenzaal is negentig jaar jong. En dat is nu eens geen cliché. Waar veel knapenkoren het in de loop der jaren moesten afleggen tegen de moderne ontwikkelingen, bleef het Oldenzaalse koor overeind. Misschien niet alle jaren even fier, maar op dit moment valt er beslist leven in de brouwerij waar te nemen, dat hoort en ziet een kind.
Van het jubileumconcert was erg veel werk gemaakt. In de basiliek werd een programma met religieuze liederen geboden, waarbij ook rekening was gehouden met de keuze van de jongens zelf. Sinds jaar en dag schijnt de favoriet onder de zangertjes het ‘Tollite hostias’ van Saint- Saëns te zijn. Mijn persoonlijke favoriet is, zeker sinds dit concert, het ‘Pie Jesu’ van Lloyd Webber. Jesse Boere (een dijk van een stem) zong hierin solo, samen met de sopraan Ivette van Laar. Speciaal voor de gelegenheid was er een reünie georganiseerd voor oudleden van het Stadsjongenskoor en wie belangstelling had, kon ook meezingen in het projectkoor. De oudste deelnemer, de zesentachtigjarige Chris Loohuis versterkte het koor dan wel zittend, maar zong uit volle borst mee. Petje af voor het projectkoor dat in zo korte tijd een fraai uitgebalanceerde koorklank wist te bereiken. Die kwam vooral mooi tot zijn recht in het ‘Credo’ van Wilhelm Heinrichs. Na de pauze werd het feestelijke concert voortgezet in de stadhuishal, waar het Stadsjongenskoor, evenals het Jongemannen- en het Projectkoor lichte muziek ten gehore bracht. ‘The Rhythm of life’ van Cy Coleman swingde de pan uit en de broers Tom en Rik Wesselink lieten een puntgave cover van het Extreme-nummer ‘More than words’ horen. Hoe komt het nou eigenlijk dat het Stadsjongenskoor zo springlevend is? Natuurlijk, het fenomeen koorschool begint terug te keren en er ontstaat steeds meer een cultuur waarin het ook voor jongens ‘normaal’ is om te zingen. Maar het zijn denk ik vooral de mensen die zich voor het koor inzetten, zoals de sprankelende dirigente Mariette Effing – die ook veel tijd in werving steekt – en de enthousiaste pianiste Aartje Disberg, die de ideale voorwaarden scheppen onder welke de jongens zich ten volle kunnen ontplooien.
Nicolet Steemers


(Foto: Met dank aan www.iks.com)

Stadsjongenskoor geeft prachtig concert!


Ondanks alle pech van de afgelopen week liep het concert als een tierelier! De jongens en jongemannen hebben buitengewoon goed gezongen. Tijdens de generale repetitie en de voorbereidingen voor aanvang van het concert heb ik mezelf zoveel mogelijk ontzien om me helemaal te kunnen geven tijdens het concert. Zaterdag heb ik thuis nog ouderwets slagtechnisch zitten studeren op het dirigeren met één arm. Het vereist toch echt hier en daar wat aanpassingen. Het gedeelte voor de pauze in de Plechelmus ging erg goed. Op de foto hierboven zie je Ivette van Laar samen met Jesse Boere het Pie Jesu zingen van Lloyd Webber. Voor veel mensen een van de hoogtepunten van het concert. Er waren erg veel mensen in de Plechelmus, het hele middenschip zat vol! Na de pauze in de uitverkochte Stadhuishal ging het muzikale feestje nog op volle kracht door maar dan met wat luchtiger en swingender repertoire. We hadden twee toegiften afgesproken maar dat werden er drie. Vooral de jongens zelf konden er maar geen genoeg van krijgen! We hebben zeer veel complimenten gehad.

Na het concert was er een waar pizzafestijn voor de jongens en een borrel voor de mannen en genodigden. Het was berebezellig met te veel leuke dingen om allemaal op te schrijven. Moe en voldaan kijk ik terug op een dag waar ik ondanks de pijn en vermoeidheid met volle teugen van heb genoten.

Klin hier voor de recensie.