Afgelopen zomer nam ik samen met Daphne Wassink een kijkje achter de schermen bij de Eric Ericson Masterclass. We deden dat op verzoek van de organisatie om een artikel te schrijven voor het bulletin van de International Federation for Choral Music. Daar kon ik geen nee tegen zeggen. Ik heb een zeer inspirerende week gehad. In september zal het artikel, the short version, verschijnen.
De Eric Ericson Masterclass is een intensieve 8 daagse cursus voorgetalenteerde jonge koordirigenten en vindt ider jaar plaats tijdens de Internationale Koorbiënnale Haarlem. Onder leiding van twee “Masters ofConducting†wordt een hele week gewerkt met twee professionele koren: hetNederlands Kamerkoor en het Groot Omroepkoor.
Het bijzondere van de Eric Ericson Masterclass is dat decursisten werken met zeer ervaren zangers en dus op alles wat ze doen reflectiekrijgen uit het koor. Deze feed back is een van de belangrijkste elementen vande masterclass. Het verschil tussen het kamerkoor en het omroepkoor is groot.Dit heeft vooral te maken met het opbouwen van de relatie met het koor. Bij hetkamerkoor kan dit tot op individueel niveau gaan en bij het omroepkoor moet jeveel meer een massa bewegen. Het kamerkoor is gewend om snel te repeteren en zingtveel a capella. Het omroepkoor neemt vaak meer tijd voor repertoire, juistwanneer het a capella is. De cursisten bevinden zich in een onnatuurlijkesituatie: het zijn openbare repetities, met twee docenten, observers enpubliek. De cursus begint altijd met een besloten gedeelte tijdens het weekend.De cursisten krijgen dan instructies hoe te werken.
De deelnemers van dit jaar zijn: Sebastian Adelhart, FlorianHelgath en Maike Bühle: Duitsland, Benjamin Bakker: Nederland, MatthewHamilton: Engekand, Rainer Hilger: Belgie, Alexander Humala: Wit Rusland, MathieuRomano: Frankrijk, Archil Ushveridze: Georgie. Verder zijn er vanuit de helewereld zijn observers naar Haarlem gekomen: Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland,USA, Vietnam, Japen Polen en Italië. Op het programma staan werken van Poulenc,Sandström, Brahms, Händel, Schein, Bach en Britten. De masters van dit jaarzijn Jos van Veldhoven en Stephen Cleobury.
Het is maandag en iedereen mag voor het eerst werken met hetNederlands Kamerkoor. De dag begint met Schein. De eerste cursist laat het koorvolgens afspraak even lekker zingen. De sfeer is gespannen en de cursist praaterg veel. Aan alle cursisten merk je op deze eerste dag dat ze in meer enmindere mate gespannen zijn. Naast dirigeer-technische aanwijzingen krijgtiedereen vooral ook les in repetitietechniek. De docenten gaan heelverschillend te werk. Jos staat dichter op het koor en let meer op deinteractie met de zangers. Stephen geeft meer les vanuit de dirigent. Een goedecombinatie! De middag begint met Bach onder leiding van Archil Ushveridze uitGeorgië. Hij laat het koor meteen anders zingen dan de rest van de cursisten.De muziek stroomt en het koor beweegt. Komt dit door Bach, of is het Archil?Hij weet de aanwijzingen die hij van de docenten krijgt goed vertalen in zijnslag. Hierna zijn andere cursisten ook beter aan het werk. De spanning is erduidelijk af.
Tijdens de tweede dag krijgen de cursisten meer en meer feedback vanuit het koor. Er ontstaat o.a. een prachtig moment wanneer Jos aan Archil vraagt om zonderbladmuziek te dirigeren. De muur die hij om zich heen heeft valt weg en hijlaat prachtige dingen zien. De middag verloopt echter wisselend. De meestecursisten doen het erg goed, staan open voor verandering en willen zichverbeteren. Maar sommige blijken ook wat oppervlakkig of eigenwijs. Bij eenenkeling komt tot een clash met het koor. Als je niet goed communiceert envocale onmogelijkheden vraagt kan dit leiden tot irritatie bij de koorleden.Tijdens de nabespreking van die dag wordt dit incident uitgebreid besproken.Dit is een belangrijk leermoment voor álle cursisten. Er wordt benadrukt dathet Nederlands Kamerkoor er speciaal is voor de cursisten, maar vraag niet hetonmogelijke!
Op woensdag is er de grote omschakeling als de cursisten hetGroot Omroepkoor mogen dirigeren. De eerste cursist komt erg timide over. Alsofhij in een Ferrari is gestapt, gas heeft gegeven en het stuur niet kan houden.Er zijn ook cursisten die zich veel meer thuis lijken te voelen bij dit grotekoor en die ineens prachtige dingen laten zien. Het Omroepkoor geeft veel meeren goede opbouwende kritiek dan het Nederlands Kamerkoor. Dit komtwaarschijnlijk omdat dit koor meer zangerdocenten kent die aan dirigentenlesgeven. De cursisten krijgen opmerkingen als: je mag wel wat meer rechtopstaan als je spreekt, wees een wat aardiger, we missen je gezichtsexpressie, jemag ook best eens lachen.
Donderdag’s doen alle cursisten het veel beter. Ze zijngewend aan de klank van het koor. Archil maakt gewoon altijd muziek. Zelfs alshij onderbroken wordt door Jos slaat hijhet koor verontschuldigend én muzikaal af om pas daarna te luisteren naar dekritiek die hij krijgt. Jos werkt fantastisch met hem en daagt hem gedurende decursus steeds meer uit. Dit is heel fraai om te zien en te horen. Door anderecursisten wordt er heel goed gewerkt aan intonatie en sfeer. Ze krijgen stukvoor stuk veel repetitietechnische aanwijzingen. ’s Avonds zullen ze te horenkrijgen welk stuk ze op de slotpresentatie mogen dirigeren.
Op de slotpresentatie mag Mathieu Romano Sacred and Profanevan Benjamin Britten dirigeren. Als hij opkomt verschijnt er in glimlach op degezichten van het Nederlands Kamerkoor. Ze hebben er duidelijk plezier in ommet hem te werken. Florian Helgath dirigeert Quatre Motets pour un temps depénitence van Francis Poulenc zeer overtuigend en laat een aantal schitterendemomenten zien. Archil dirigeert het Groot Omroepkoor met Warum ist dat lichtgegeben van Johannes Brahms. Hij doet dit erg muzikaal, in een heerlijklangzaam tempo waarbij hij ruimte durft te nemen in rusten en lijnen. Het iserg mooi om te zien en te horen.
Na de presentatie komt het tot een enorme ontlading van despanning. De cursisten zijn zichtbaar onder de indruk van het hele gebeurenmaar vooral ook trots en aangemoedigd om door te gaan. De volgende Eric Ericson Masterclass is tijdens de 6deHaarlemse Koorbiënnale van vrijdag 24 juni tot en met zaterdag 3 of zondag 4juli 2011.
Met dank aan mede autheur Daphne Wassink
Archil Ushveridzer from Georgia